Zwarte piet houdt niet van stroop

 

Zwarte piet houdt niet van stroop

Sinterklaas die samen met Zwarte Piet op ’t dak was geklommen stond leunend tegen de schoorsteen te wachten op zijn knecht, die door een schoorsteen naar beneden was gegaan, om een schoentje te vullen met wat lekkers.

‘Waar blijft hij toch?" zei de Sint ongeduldig, ‘zo komen we nooit klaar vanavond,’ en hij boog zich over de schoorsteen heen.
‘Piet, piet’ zei Sint fluisterend, ‘schiet eens op, we hebben nog meer te doen.’
‘Sinterklaas, Sinterklaas’ ; riep Piet angstig; ‘helpt U me toch.’
‘Waar ben je dan piet, ik zie niks,’ zei de Sint, ‘de schoorsteen is zo donker als de nacht. Kom dan naar boven.’
‘Sinterklaas’ riep Piet, ‘dat lukt me juist niet’.
‘Vooruit, schiet op Piet’ ; zei de Sint.
‘Maar Sint ik zit klem. Ik kan de schoorsteen niet meer uit’ riep Piet.
‘Maar Piet, als je dan niet uit de schoorsteen kunt komen, laat je dan zakken’ zei de Sint.
‘Sinterklaas dat gaat ook niet. Ik kan me niet meer bewegen, ik zit harstikke vast. Helpt U me toch,’ riep Piet angstig.
‘Sssst, stil Piet’ zei de Sint, ‘dadelijk worden de kinderen wakker. Steek je hand maar naar boven, dan trek ik je er wel uit. Maak je maar geen zorgen.’
‘Maar Sinterklaas" : zei Piet, ‘ik kan m’n armen ook niet bewegen.’

De Sint stak voorzichtig z’n gouden staf in de schoorsteen, zodat hij Piet door de schoorsteen naar beneden kon duwen.
Het lukte, maar opeens werd de schoorsteen breder en piet viel pardoes naar beneden en kwam met een smak op een ronde ton terecht.
‘KRAK’ , klonk ’t toen en Piet zakte door ’t deksel in de ton, die gevuld was met ……… STROOP. Hij ging helemaal kopje onder, proestend en happend naar lucht kwam hij weer te voorschijn, onder de stroop.

‘Alle stoomboten nog aan toe,’ mompelde Piet, ‘waar ben ik nou in terecht gekomen?’
‘Het is hier zo donker, ik zie geen hand voor ogen’ zei piet.
‘Dat klopt, je ogen zitten dicht’ zei de kruidenier boos.

Piet schrok zo van deze boze stem, dat hij stotterend vroeg: ‘w…w…w…wie bent U?’
‘Ik ben kruidenier Peultjes" zei de kruidenier. ‘Maar wie ben jij?’
‘Wat doe jij zo laat in mijn winkel?’ zei de kruidenier.
‘Ik ben Zwarte Piet,’ zei Piet.
‘Zwarte Piet?’ zei de kruidenier verbaasd.
‘Daar geloof ik niets van, helemaal niets. Welke Zwarte Piet valt er nu in een stroopton? Ik geloof eerder, dat jij een brutale dief bent,’ zei de kruidenier boos.
‘Maar beste meneer Peultjes, heus, ik ben de knecht van Sinterklaas,’ jammerde Piet.

Op dat moment werd er op de deur geklopt. Meneer Peultjes draaide zich om en liep naar de deur toe en zei: ‘Wie kan dat nou zijn zo laat op de avond?’
Hij maakte de deur open en wie stond daar?
Sinterklaas.
Kruidenier Peultjes was zo verbaasd door ’t bezoek van Sinterklaas, dat hij helemaal niks meer kon zeggen.
Opeens zag Sinterklaas zijn ongelukkige knecht en begon heel hard te lachen.

‘U lacht, terwijl ik onder de stroop zit en ook nog een dief genoemd word, helpt U me liever,’ riep piet verontwaardigd.
‘Ha, ha, ha, ik dacht ’t allerergste en jij zit als een dief gevangen in een stroopton. Ha, ha, ha,’ lachte Sinterklaas.

Toen Sinterklaas zag dat hij Piet moest huilen, kreeg Sint medelijden en samen met de kruidenier tilden ze Piet uit de plakkerige stroop.

‘Sinterklaas, kijkt U toch eens,’ huilde Piet, ‘hoe krijg ik al die stroop er ook weer af? Ik plak aan alle kanten.’ En Piet moest nog harder huilen.
‘Maar Piet, daar hoef je echt niet om te huilen. Ik zal eens even kijken wat we daar aan kunnen doen.’

De kruidenier, die de hele tijd had geluisterd naar Sinterklaas en de jammerende Piet, wist de oplossing.

‘Sinterklaas, ik maak voor uw knecht wel een lekker warm bad en terwijl Piet zich dan wast, help ik U mee met het vullen van de schoentjes van de kinderen,’ zei de kruidenier blij.
‘Dat vind ik erg aardig van U meneer Peultjes,’ zei Sinterklaas, ‘maar ’t is veel te gevaarlijk daar boven op die hoge koude daken.
‘Ach Sinterklaas,’ zei de kruidenier, ‘ik ben wel eens meer op ’t dak geklommen, ik heb geen hoogtevrees en bovendien moet U toch iemend hebben die U vanavond nog helpt.’

Terwijl Piet lekker in bad lag, gingen Sinterklaas en de kruidenier het dak op. Na een paar uur waren alle schoentjes gevuld en Sint en de kruidenier gingen weer terug naar de winkel van de kruidenier.
Koud en moe kwamen ze binnen en wie zat daar lekker schoon bij de openhaard?
…..Piet.

Tot slot dronken ze met z’n drieen warme chocomel. Daar knapte Sint van op. Ze lachten nog veel om het vast zitten van Piet en het duwen van Sint.
Moe maar voldaan gingen Sint en Piet naar huis.

Gevoel bij muziek

In deze les ontdekken de kinderen dat muziek een bepaald gevoel opwekt. Zij geven aan welk gevoel het bij hen opwekt.