Valentijnsgedichten maken gr. 7-8

Valentijnsgedichten

Materiaal

· pen en papier
· het gedicht ‘Wie zegt dat er geen wonderen gebeuren’, ophttp://www.mariannebusser-ronschroder.info/liefde
· het gedicht ‘Nooit gesproken woorden’, op http://www.valentijnsgedichten.nl.nu

Doel

De kinderen bespreken twee Valentijnsgedichten aan de hand van concrete vragen.
– Vertel de kinderen dat een Valentijnsgedicht altijd gaat over gevoelens van liefde of vriendschap. In zo’n gedicht vertel je iemand wat je voor hem of haar voelt. Voor ieder mens zijn die gevoelens uniek en persoonlijk. Veel mensen en natuurlijk ook kinderen die zo’n gedicht schrijven, voelen dat als iets wat je kwetsbaar maakt. Een Valentijnsgedicht is daarom altijd iets persoonlijks waarmee je met respect om hoort te gaan. Natuurlijk staat er onder een Valentijnsgedicht geen naam, want de schrijver blijft anoniem.
– Deel de Valentijnsgedichten uit. Vertel de kinderen dat ze twee Valentijnsgedichten gaan lezen en bespreken.
– Bespreek elk gedicht afzonderlijk. Lees het zelf voor of laat een van de kinderen het gedicht voorlezen. Gebruik de volgende vragen:
· Wat voor gevoel krijg je als je dit gedicht leest? (voor elk kind anders)
· Hoe voelt de schrijver van het gedicht zich? (verliefd, blij, vrolijk, treurig)
· Over wat voor gevoel gaat dit gedicht? (liefde, vriendschap, verliefdheid)
· Wat zijn de belangrijkste woorden uit het gedicht? (de woorden die het gevoel waarover het gaat verwoorden)
· Wat vind je van de lengte van het gedicht? (Wordt duidelijk wat de schrijver van het gedicht bedoelt, gebruikt hij of zij veel of juist weinig woorden?)
· Waar staat de belangrijkste mededeling van het gedicht? (Bij alle twee staat de clou aan het einde.)
· Wat zou de schrijver van dit gedicht willen bereiken?
– Laat de kinderen ter afsluiting vertellen welk gedicht hen het meest aanspreekt en waarom. Zouden ze zelf ook wel eens een Valentijnsgedicht willen schrijven? Waarom wel of niet?

Een bijzondere Valentijn

Doel

De kinderen praten aan de hand van voorbeelden over personen die wel of niet in aanmerking komen voor een Valentijnsattentie

 

– Vraag de kinderen of ze weten wat Valentijnsdag is. Geef een korte uitleg aan de hand van de achtergrondinformatie. Leg vooral uit dat het op Valentijnsdag gebruikelijk is dat de afzender anoniem blijft. Je mag dus niet laten weten dat het cadeau van jou komt. Geef ook aan dat op Valentijnsdag niet alleen cadeaus worden gegeven aan geliefden, maar ook aan bijzondere vrienden of andere mensen die je wilt laten weten dat je van ze houdt. Vertel dat het geven van een Valentijnscadeau helemaal niet hoeft, maar gewoon iets is wat je doet als je het zelf leuk vindt.
– Vraag de kinderen of ze hun moeder op Valentijnsdag een cadeau zouden willen geven. Waarom wel of niet? Laat de kinderen hun mening motiveren. Laat zoveel mogelijk verschillende meningen aan bod komen. Laat de kinderen ook voorbeelden bedenken van geschikte cadeaus.
– Bespreek op dezelfde manier de volgende personen:
· je favoriete oppas;
· je beste vriend of vriendin;
· je lievelingstante;
· de beste opa van de wereld;
· iemand die iets heel bijzonders voor je heeft gedaan.
– Vraag de kinderen ter afsluiting of ze het leuk zouden vinden om zelf een Valentijnskaart of -cadeau te krijgen.