Ruimtegym

 

Naam: Ilse Lemmens

Activiteit: bewegingsonderwijs
Onderwerp: vaardigheden met groot materiaal
Thema: De ruimtevaart
_______________________________________________________________________

 

 

Beginsituatie :

De kleuters zijn 4 jaar en krijgen regelmatig bewegingsopvoeding. Ze zijn vertrouwd
met het principe van een omloop.

Doelstellingen :

De kleuters krijgen de kans om :

 * kerndoelstellingen :

Alle oefeningen van de omloop uit te voeren met de eventuele gradaties en/of
variaties.

* bijkomende doelstellingen :

Fys. : lenigheid, kracht, snelheid

Ps. Mot. . LP . reactievermogen
Evenwicht
Lateralisering
RP : orientatie
richting
afstand

Dyn. Aff. : plezier te beleven aan de verschillende oefeningen

Materiaal :

– fluitje
– klautertoestel
– halve ballen
-bank
– kegels met stokken
– stappotten

Organisatie :

Klassikale activiteiten in de bewegingszaal onder de vorm van een individuele
omloop.

Bronnen :

B.O. 2 ILKO

DOELSTELLINGEN EN PLAN

BEWEGINGSOPDRACHTEN

ORGANISA TIESCHETS

1. Inleiding

 

 -opwarming
 -activatie hart en
 longen
-RP
 . orientatie
 -LP: reactiever-
 mogen

 

 

 

 

 

2. Kern

-LP: evenwicht
– RP: richting,
 afstand

 

 

 

-Fys: lenigheid
 kracht
 – RP: richting

 

 

 

 

– Fys. : lenigheid
 kracht

 

 

 

– Fys. : kracht
 snelheid

-LP: evenwicht
 lateralisering
-Rp. richting

 

 

 

 

 

 

– Fys. : kracht
-LP: evenwicht
-Rp. richting

 

 

 

3. Slot

-tot rust komen

 

De kls lopen rond in de zaal.  Vooraf wordt de afspraak gemaakt dat ze niets aanraken. Op signaal lopen ze
naar 1 van de standen. Hier wordt voorgedaan wat ze moeten doen.

Op de grond zitten en afspraken maken:
-grenzen stellen
-signaal
-richting
-uitleg indien nodig
– kleuters kiezen waar ze starten

 

1. De bank staat met de smalle zijde
 naar boven.
– de kleuters stappen naar de overkant
– de kleuters stappen naar de overkant
met een voddenbal op het hoofd
(deze mag niet vallen)
-de kleuters stappen op de tippen van
hun tenen naar de overkant

2. Klautertoestel van kisten
gemaakt.
-de kleuters klauteren naar boven en
terug naar beneden
-de kleuters doen dit achterwaarts

3. Stokken op hoogte gespannen
d.m.v. kegels.
-de kleuters stappen over de stokken
-de kleuters springen over de stokken
(gewoon, konijnensprongen, …)
-de kleuters kruipen onder de stokken
door

4. Parcours (zigzag) gemaakt van
halve ballen
-de kleuters volgen het parcours al
lopend
-de kleuters volgen het parcours al
hinkelend, afwisselend op het 1inker-
en rechterbeen
-de kleuters volgen het parcours al
huppend, springend (gewoon,
konijnensprongen, …)

5. Stappotten
-de kleuters lopen met de stappotten
van de ene kegel naar de andere,
draaien errond en lopen ook weer
terug

 

-afsluiten
-ervaringen vertellen
-opruimen: de kleuters krijgen deeltaakjes