Lesdoel/tijd |
Uitwerking |
Organisatie |
Doel voor de loper– In bedreigd gebied durven lopen – De tikker dicht durven te naderen – Het juiste moment kiezen om weg te lopen – De kortste afstand naar veilig gebied kiezen
Doel voor de tikker– Lopers durven tikken – Lokken van de lopers – Bewegingen versnellen – Van richting veranderen
|
De kinderen lopen in een rij achter ‘moeder’ aan, zij vragen aan moeder ‘Moeder, moeder hoe laat is het?’. Als moeder zegt twee uur of vijf uur gebeurt er niets. Zegt moeder ‘Bedtijd’, dan proberen de kinderen zo vlug mogelijk op een mat te staan, zonder door moeder getikt te worden. |
Er is 1 kind tikker. In de ruimte liggen 4 matten waar de kinderen als ze er op staan, vrij zijn.
Materiaal– Vier matten – Een lintje |
Eigen leerdoelen |
Observatie |
Beoordeling |
|
|
|
Lesdoel/tijd |
Uitwerking |
Organisatie |
Doel voor de lopers– Door bedreigd gebied durven lopen – In de richting van de tikker lopen – De tikker uitlokken – Uit de buurt van de tikker blijven – De kortste afstand naar veilig gebied kiezen
Doel voor de tikker– Lopers tikken – Kinderen lokken en verassen – Bewegingen versnellen en van richting veranderen
|
Na een teken lopen de kinderen vanaf hun veilige holletje richting de poes. Als de poes tevoorschijn komt, lopen alle muizen zo snel als ze kunnen terug naar hun holletje. |
Materiaal– 1 mat – 2 pionnen
De poezenmand is de mat, en de muizen zijn vrij achter een bepaalde lijn. |
Eigen leerdoelen |
Observatie |
Beoordeling |
|
|
|
Lesdoel/tijd |
Uitwerking |
Organisatie |
Doel van de loper– De tikker dicht durven naderen – De juiste looprichting vinden – Snel reageren op de actie van de beer
Doel van de tikker– Zoveel mogelijk kinderen tikken – Bewegingen versnellen en van richting veranderen – Kinderen verassen
|
Iemand is de beer. De beer ligt te slapen op de mat. De andere kinderen lopen naar de beer en vragen: ‘Beer waar ben je?’ De beer roept heel hard ‘HIER’ en probeert zoveel mogelijk kinderen te tikken. |
Materiaal– 1 mat
De kinderen zijn weer vrij als ze in de veilige ruimte zijn. Dit is de ruimte achter een bepaalde lijn die je eventueel kan aangeven met een pion. |
Eigen leerdoelen |
Observatie |
Beoordeling |
|
|
|
Lesdoel/tijd |
Uitwerking |
Organisatie |
Doel voor de lopers– Het juiste moment kiezen om het speelveld te betreden – De tikker dicht durven naderen – Een goede positie ten opzichte van de tikker kiezen – Snel reageren op de acties van de tikker
Doel voor de tikker– Positie kiezen ten opzichte van lopers en voorwerpen – Schijnbewegingen maken
|
Een van de kinderen bewaakt de schat, de klas probeert de schatbewaarder zijn schat af te nemen. Elk kind probeert dat door individueel delen van de schat te veroveren. Als dat lukt legt het kind de goudstaaf op een vaste plek. Als het kind getikt wordt, moeten alle goudstaven terug worden gebracht.
Spelregels: – De schatbewaarder mag niet met zijn voeten buiten de schatkamer staan – De schatbewaarder mag niet opzettelijk op de schatten gaan staan, liggen of zitten. – De spelers mogen maar één goudstaaf tegelijk meenemen – Er mag niet gegooid worden met de – goudstaven.
|
Materiaal– lintjes of pittenzakken – stoepkrijt/ matten – 4 pionnen
De schatbewaarder staat in de cirkel of op de matten, om hem heen liggen de goudstaven. (twee keer zoveel als kinderen) Voor het spel begint, zoeken de kinderen voor zichzelf een plekje op waar ze hun schatten kunnen bewaren.
Eventueel kan er gespeeld worden met meerdere schatbewaarders.
Het kind dat de meeste lintjes heeft, mag schatbewaarder worden. |
Eigen leerdoelen |
Observatie |
Beoordeling |
|
|
|
Lesdoel/tijd |
Uitwerking |
Organisatie |
Doel van de lopers– Het juiste moment kiezen om het speelveld te betreden – Door bedreigd gebied lopen – De tikker in de gaten houden en ontwijken – De kortste afstand naar veilig gebied kiezen
Doel van de tikker– Schijnbewegingen maken – Bewegingen versnellen en afremmen – Positie kiezen ten opzichte van de lopers
|
De kinderen proberen zonder getikt te worden over te lopen van lijn A naar lijn B. Dit gebeurt op een teken van de leerkracht. Later kunnen de tikkers aangeven wanneer er gelopen mag worden.
Als een kind getikt is, mag je mee blijven doen. Na ongeveer 4 tot 6 loopbeurten van tikker wisselen. |
Materiaal– een aantal lintjes – 4 pionnen
De lopers staan achter de lijnen en de tikkers staan tussen de lijnen. <p class="MsoNorm |
No comments