VOORBEREIDINGSFORMULIER |
Pabo 2,Pabo 3, periode 1 |
||||||||
Student(e) Klas Opleider Stageschool Plaats Mentor |
: Marleen Gunnink : VR2E : Paulien Molthof : M.L.Kingschool : Denekamp : Ivanka Wessels |
Datum Groep Aantal lln. |
: 14 dec. 2004 : 2 : 17 |
||||||
Vak- vormings- gebied, speelwerkthema of onderwerp: |
: Taal activiteit Onderwerp: kerst
|
Stage opdracht van: (aankruisen)
|
|||||||
x |
mentor opleiding eigen keuze |
||||||||
Lesdoel (gedrag – inhoud- omstandigheden – criterium): De leerlingen kunnen tellen hoeveel lettergrepen er in een woord zitten. De leerlingen kunnen dit door te klappen. (kerstboom = 2x klappen). De leerlingen kunnen zelf woorden bedenken die 1, 2, of 3 lettergrepen hebben. De kinderen kunnen zeggen met welke letter het woord begint dat ze zeggen. Bijvoorbeeld: kerstboom begint met een K. De leerlingen kunnen woordjes leggen aan de hand van een voorbeeld. Pictogram van een jas. Daaronder het geschreven woord jas. De leerlingen kunnen de letters j – a – s leggen in goede volgorde. |
|||||||||
Persoonlijk leerdoel: Twents accent vermijden Rustig en duidelijk de bedoeling uitleggen Kijken of alles goed verloopt |
|||||||||
Beginsituatie: De leerlingen zijn dagelijks bezig met woordenschat uitbreiding. De leerlingen krijgen bijna elke dag een taalles. De kinderen zijn bezig met het stempelen van woorden. Enkele leerlingen kunnen, zonder naamkaartje, hun eigen naam schrijven. De kinderen worden vaker voorgelezen. |
|||||||||
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|||||
Checklist materialen: Jip en Janneke Annie M.G. Schmidt boek Verhaal: Kerstboompje I. Woordjes die uit het verhaal komen ivm klappen Kaartjes met afbeeldingen erop Cijfers 1 t/m 4 Dobbelsteen, met 1,2,3,1,2,3 erop Via kleutergroep.nl plaatjes 5 max. uitprinten met max. 5 letters. Alfabet
|
|||||||||
Lesfase |
Tijd |
Leerinhoud |
Didactische aanpak, leerlingactiviteiten, organisatie en middelen |
Opmerkingen mentor / docent |
Oriëntatie
Uitleg + begeleide inoefening
Zelfstandige verwerking
Afsluiting
|
+ 5 min.
+ 8 min.
+ 8 min.
+ 5 min. |
Lettergrepen Tellen
Cijfers 1 t/m 4 Letters van het alfabet Lettergrepen
Dobbelen Woorden bedenken met 1, 2 of 3 lettergrepen
Letters van het alfabet Woordjes leggen |
* Ik ga een verhaal voorlezen uit Jip & Janneke. Het verhaal heet: “Kerstboompje I”. Nadat het verhaal uit is ga ik enkele woorden uit het verhaal opzeggen en de kinderen moeten het woord in lettergrepen verdelen: piek (= 1) kerstboom (=2) kerstboompje (=3) etc.
Ik leg 4 blaadjes voor me neer waarop de cijfers 1 t/m 4 op staan. Daarna laat ik een kaartje zien waarop een kerstman staat. Hoe vaak moet je klappen om het woord kerstman te zeggen? (= 2x). Met welke letter begint kerstman? ‘K’, oké. Het kind mag het kaartje bij het goede cijfer leggen.
Als we alle kaartjes hebben gehad, pak ik de dobbelsteen en daar staat 1, 2, 3, 1, 2, 3 op (“in puntjes”). Een leerling mag dobbelen en daar staat dan bijvoorbeeld 2 puntjes op. Het kind moet dan een woord bedenken met 2 lettergrepen. (kerstman)(bloempot). Ze mogen dezelfde woorden gebruiken die we net met de kaartjes hebben gehad. Wanneer dit niet goed lukt, kan ik er weer enkele kaartjes bij pakken en dan hebben ze een voorbeeld.
Ik heb picto’s met daarop de afbeelding plus de naam van de afbeelding. Bijvoorbeeld: afbeelding van een jas. Daaronder staat jas geschreven. Ik wijs een leerling aan en die mag dan de losse letters opzoeken van jas. Enkele leerlingen mogen dit doen. (dit ligt aan de tijd.)
|
|
Lesfase |
Tijd |
Leerinhoud |
Didactische aanpak, organisatie en middelen |
Opmerkingen mentor / Docent |
|
|
|
|
|
|
|
Lesfase 1:
Lesfase 2:
Lesfase 3:
Lesfase 4: <span lan |