Draaiboek

 Materiaal:

  • Om de avond vlekkeloos te laten verlopen is het belangrijk dat het materiaal, dat nodig is om de avond te verzorgen, klaar staat en op tijd wordt vermenigvuldigd: overhead-projector, eventueel flap-over of schoolbord om reacties van de ouders op te schrijven of te inventariseren, voldoende vragenkaartjes voor alle groepen, instructiekaarten, opdrachtenbladen, en folders voor alle aanwezige ouders en leerkrachten.
  • Het is handig om geruime tijd voor aanvang van de avond te weten hoeveel mensen er op de thema-avond worden verwacht i.v.m. het vermenigvuldigen van het materiaal. 
  • Het materiaal voor de vragenkaartjes, instructiekaarten, opdrachtenbladen en de folder wordt op de betreffende school gekopieerd.
  • U kunt een literatuurtafel inrichten met folders en brochures (zie hiervoor hoofdstuk 9) die de ouders kunnen meenemen.
  • Tijdens het groepswerk, zitten ouders en leerkrachten door elkaar. Er is dus geen aparte groep voor de onderwijsgevenden!
 
Inhoud:
 
  • U houdt de rode lijn van de avond vast:
  • Veilig naar school, een zorg van ons allemaal. Ouders zijn dus medeverantwoordelijk voor deze zorg.
 
Tijdspad:
 
  • Om het thema goed uit de verf te laten komen heeft u twee uur nodig.
  • Het is niet wenselijk het thema te presenteren na een jaarvergadering,de tijd is doorgaans te kort.
 
Presentatie:
  • U probeert de avond interactief te maken, door veelvuldig vragen aan de toehoorders te stellen. Deze vragen zijn opgenomen in de inleiding.
  • Indien een ouder niet gereageerd heeft op de vraag die u stelt aan deze ouder, kunt u andere ouders aanspreken door vooral te letten op de lichaamstaal van een ouder. Bijvoorbeeld een ouder die knikt, zal de situatie herkennen of een oplossing weten. Deze ouder kan dan aan het woord komen.
  • U vertelt aan de toehoorders dat zij vragen kunnen stellen voor de pauze.
  • Indien echter toch één ouder veelvuldig aan het woord komt door verschillende vragen te stellen, kunt u de vraag ‘verbreden’ door deze vraag algemeen te maken voor alle ouders. Bijvoorbeeld u zegt: “Wie herkent dit probleem dat deze mevrouw aandraagt?” Of: “Wie heeft
  • een dergelijke situatie ook wel eens meegemaakt?” Of: “Wie heeft een oplossing voor deze situatie gevonden?”