Telefoneren

Beginsituatie
In groep 4 is enkele keren met de telefoon als doel van een les gewerkt. Telefoneren is ook als spelvorm gebruikt bij andere gespreksdoelen.
 
Lesdoel
dit valt onder gespreksvaardigheid: De kinderen kunnen een telefoongesprek voeren volgens de specifieke stappen die je neemt bij een telefoongesprek.
 
Mijn lesdoel
    • Alle kinderen bij deze les proberen te betrekken.
    • Bij het doel van de les blijven.
 
Materiaal
    • Voor de inleiding een kort verhaaltje waarin getelefoneerd wordt
    • Twee telefoons
 
Organisatie van de les
De kinderen gaan in een kring zitten om de ronde instructietafel. Op deze instructietafel staan twee telefoons.
 
Inleiding van de les
Ik ga een verhaal voorlezen waarin situaties voorkomen waarin getelefoneerd wordt.
Hierna nodig ik telkens twee kinderen uit die een personage uit het verhaal aannemen en het telefoongesprek na gaan spelen aan de ronde instructietafel. De andere kinderen kijken naar het gesprek.
Na elk gesprek neem ik tijd voor een korte evaluatie samen met de kinderen:
         wat was er goed aan het gesprek?
         wat kon er nog beter?
Hierbij moeten de specifieke gewoonten bij een telefoongesprek ter sprake komen die ze in groep 4 al hebben geleerd:
  1. Hoorn afnemen
  2. Nummer draaien
  3. Wachten
  4. Luisteren met wie je spreekt
  5. Je naam zeggen
  6. Gesprek voeren
  7. Afscheid nemen
  8. Hoorn neerleggen
duur van de inleiding: 15 minuten
 
 
Tweede lesfase
Ik breid de spelsituatie uit tot “verkeerd verbonden zijn”. Ik laat een kind eerst uitleggen wat dit eigenlijk inhoud. Ik grijp weer terug aan het verhaal en laat de kinderen een situatie uit dit verhaal spelen maar ze zijn nu verkeerd verbonden. De kinderen kunnen zelf improviseren.
Deze gesprekjes worden telkens geëvalueerd.
duur: 15 minuten