Imiteren

 

Les 4
 
Tijd: 20 minuten 
 
Kern: 
Spiegelen
De spelers zitten of staan tegenover elkaar. Ze zijn nu elkaars spiegelbeeld. Van tevoren wordt
afgesproken dat er een speler begint. De ander is zijn spiegelbeeld en doet hem precies na. Om dit
spel goed te laten verlopen dienen de bewegingen langzaam gemaakt te worden. Tevens dient er op
gewezen te worden dat de bewegingen eenvoudig zijn ( je moet elkaar kunnen blijven zien) 
Variaties: De een begint de ander neemt het over. 
 
Een houding doorgeven
Je zet de spelers op een rij. Achter deze rij neemt iemand een bepaalde houding aan (zittend of
staand). De spelers kunnen deze persoon niet zien. Nu draait de eerste speler uit de rij zich om. Deze
krijgt enkele seconden om te kijken welke houding is aangenomen. De speler die de houding had
aangenomen gaat terug naar zijn plaats. (hij moet de houding goed onthouden). Nu neemt de kijker
dezelfde houding aan. Nummer twee uit de rij mag zich nu omdraaien om te kijken. Het spel gaat
door en de eerste en laatste houdingen worden met elkaar vergeleken. Wat is er veranderd? 
 
Zoek je geluid
De spelers zitten in een kring. Vier of zes spelers staan in tweetallen in de kring. Ieder tweetal spreekt
een geluid af. Nu doen ze hun ogen dicht, de spelleider zet de spelers op een andere plaats. Op een
teken gaan de spelers hun partner zoeken door hun geluid te maken. 
Tip: je kunt ook blinddoeken gebruiken. 
 
Leerdoel:
 
Lesdoel van de kinderen:
· Goed gedetailleerd kijken naar de ander.
· Bewegingen nabootsen
· Duidelijke bewegingen maken
· Houding goed onthouden
· Houding simuleren, zo precies mogelijk
· Goed luisteren
· Ordening in geluiden aanbrengen.
 
Hulpmiddelen + organisatie:
· Grote ruimte (speellokaal, computerlokaal)
· Rij
· Een stoel