Vier zwarte pieten

 

Dramales voor groep ½
 
Thema: sinterklaas
 
Doelen:
 
Dramatische verbeelding
 
Muzikale tegenstellingen
 
Benodigdheden: cd muziek meester nr. 42 en nr. 43
 
Beschrijving van een zwarte piet:
Wat is een zwarte piet?
Hoe ziet hij eruit?
Wat heeft hij aan?
Wat moet hij allemaal doen?
Zal hij daar eerst voor moeten oefenen?
 
Nou doen we net of wij ook allemaal pietjes zijn. We gaan eerst oefenen, anders mogen we
vast nog geen cadeautjes wegbrengen van de sint.
Doe maar mee:
 
1.
Op een lijn lopen (voor smalle paadjes)
2.
Hinkelen op een been (als een been moe is van het lopen)
3.
Bukken (om onder de ramen door te gaan)
4.
Op onze tenen lopen (zodat de kinderen ons niet horen op het dak)
5.
Sluipen (heel laag bij de grond zodat de kinderen ons niet kunnen zien)
6.
Heel klein maken (om door de schoorsteen te kunnen gaan)
7.
Zwaaien (om vanaf de pakjesboot naar de kinderen te zwaaien)
8.
Kleine sprongetjes maken (als er speelgoed op de grond ligt)
9.
Grote sprongen maken (van dak naar dak)
10. Klimmen (van de grond, via de regenpij naar het dak)
11. Strooien (van pepernoten)
 
Zo, nu we genoeg hebben geoefend kunnen we beginnen:
 
We pakken onze zware zak met pepernoten en gaan voor het eerst de daken op.
 
Hoor je het rustige, zachte muziekje, dan moeten we heel stil zijn, anders horen de kinderen
ons misschien en worden ze wakker. Doe alles dus muisstil, zonder veel geluid te maken.
 
Maar o jee, hoor je het snelle en harde muziekje, dan maken we dat we wegkomen en gaan we
heel snel weer van het dak af en naar beneden. 
 
Luister je mee?
 
(De snelle en de langzame muziek zullen elkaar afwisselen. Kinderen moeten dus goed
luisteren naar de muziek.)
 
Zo, nu zijn de pietjes helemaal moe geworden. We gaan weer rustig terug naar ons bedje en
gaan daar lekken slapen. Morgen is er vast weer een vermoeiende dag!