Vertellingschatkist

 

Vertelling over de schatkist.

 

DE OPA VAN MIJN OPA.

 

Ik vertel dat ik bij mijn oma op zolder was en dat ik daar die kist had  

gevonden. Omdat ik heel erg nieuwsgierig was naar wat er in die kist zat,

heb ik de kist stiekem mee naar huis genomen. Maar ik heb er nog steeds niet 

in durven kijken omdat ik bang ben dat er iets heel engs in zit.

 

Deze kist is vroeger van de opa van mijn opa geweest en hij is al heel erg oud.

Ik weet eigenlijk niet zo veel van mijn opa want steeds als ik vragen over hem

stelde aan oma dan zei ze niks. Zou ze misschien bang voor hem zijn geweest?

Misschien is het wel een hele enge man, die kinderen op eet of misschien

verzamelde  hij wel hele enge dieren en heeft hij die in deze kist gedaan.

gedaan. Ik weet het niet. Wie durft de kist eens op te tillen want hij is best

zwaar. Wat zou er in zitten?

Als ik er mee rammel dan hoor ik ook van alles.

Als ik de deksel nou eens een heel klein stukje op til. Misschien kan ik dan wel

een klein beetje zien wat er in zit. Ieieieiehhh o nee he er zit iets heeeeel  

engs in. Volgens mij beweegt het. Wie durft er met 1 hand voorzichtig in de  

kist te gaan en zonder te kijken en voelen wat er in zit?

   Vervolgens laat ik een leerling in de kist voelen waar ik een groene slaymi

   heb gedaan. Deze plakt heel erg en blijft aan je vingers plakken.

   Wat is het? wie durft er nog meer te voelen?

    Zullen we eens heel voorzichtig kijken? Zal ik de kist open maken? Of zal ik

    hem maar terug naar oma brengen en snel terug op zolder zetten. Dan komt

    niemand er achter dat ik hem stiekem mee heb genomen.

 

    Ik wil toch weten wat er in de kist zit en maak deze langzaam open. Ik zie een

    heleboel gouden en zilveren munten en een fles met daarin een heel oud vel

    papier.  Ik vraag aan de kinderen wie wil voorlezen wat er in de brief  

    staat. Het kind leest dan de brief voor waar een heleboel schrijf fouten

    in staan. Vervolgens staat er een rebus die ik op het bord nateken. Samen met 

    de kinderen gaan we proberen om de rebus op te lossen. Er komt uit:

    Ik kan niet goed schrijven!  

    Opa.

 

    Vervolgens koppel ik dit aan de volgende les waarin ik spelling ga behandelen

    met de kinderen. Ik vertel ze dat het dus heel belangrijk is dat ze goed

    opletten op school zodat ze later heel goed kunnen schrijven en niet zo slecht

    als opa. Daarom gaan we nu maar gauw beginnen met een les spelling.