Groep 1/2
Maandag is er een algemene introductie geweest en ik ga daarop verder in de klas.
Ik zal hieronder in een kort schema aangeven wat ik ga doen deze dag en daarna zal ik de verschillende activiteiten uitwerken.
Indeling van de dag:
8:30-9:30
Algemene inleiding in de aula van de school.
9:30-9:45
Hapje en een drankje en ondertussen napraten over wat er allemaal gezien is tijdens de voorstelling.
9:45-10:00
In de kring samen nog eventjes praten over het circus. Wie is er wel eens geweest? Wat is er allemaal te zien? Etc.
Tijdens deze kring zal ook het klaslokaal bekeken worden met z’n allen. Er is namelijk nogal wat veranderd!
10:00-10:30
Vrij spelen/werken.
10:30-11:00
Uitleg circusvoorstelling einde van de week en het uitdelen van de verschillende personages.
11:00-11:45
Vrij spelen/werken
11:45-12:00
Aanleren van een nieuw lied.
12:00-13:00
Lunchpauze
13:00-13:15
Liedje zingen en praten over die ochtend.
13:15-14:15
Vingerverven
14:15-14:45
Buitenspelen/ Speellokaal spelen.
14:45-15:00
Algemene afsluiting van de dag.
Uitwerking van de activiteiten:
Uitleg Hoeken:
In de klas zijn verschillende hoeken ingericht. De kinderen hebben dit vanochtend al gezien toen ze de klas in kwamen. Ik wil; ze toch nog even langsgaan om de verschillende dingen nog eventjes toe te lichten of uit te leggen.
Circus verkleedhoek:
In deze hoek kunnen de leerlingen zich verkleden en veranderen in allerlei mensen en dieren uit het circus. De kleding die er zal liggen:
– Pak voor de directeur van het circus.
– Clownspak
– Pruiken
– Clownsneuzen
– Hoge hoed
– Olifantenslurf
– Beestenpakken
– Balletpakje
Ook zal er inde hoek een tafel staan met een spiegel en zal de hoek afgeschermd zijn met kleurige doeken, zodat de leerlingen het gevoel hebben dat ze in een soort tent zitten.
Kassahoek:
In deze hoek kunnen de kinderen spelen dat ze de kassa van het circus zijn. Er zal een tafel staan, met daarop een kassa en entreekaartjes die zelf zijn gemaakt. Ook zal er nepgeld, een telraam en andere hulpmiddelen voor het rekenen met geld aanwezig zijn. Op deze manier komen de kleuters spelenderwijs in aanraking met het rekenen met geld.
Circuspiste in het speellokaal:
In het speellokaal zal de hele week een circuspiste aanwezig zijn. Er zullen banken in een cirkel staan en de ingang van de piste kan gevormd worden met behulp van de verschillende materialen die aanwezig zullen zijn:
– Planken
– Oude gordijnen
– Kleden
– Tafels
– Kisten
– Werpringen
– Ballonnen
– Bellenblaas
– Pingpong ballen
– Hoepels
– Skippy bal
– Mondharmonica
– Jojo’s
– Fluiten
– Klein pianootje
Boekenhoek:
In deze hoek liggen allerlei boekjes die de leerlingen zelfstandig kunnen doorkijken:
– ‘Circus!’ van Pieter Spier.
– ‘Naar het circus’ van De wereld op zak-start
– Verschillende pippo’s met als onderwerp Circus
– ‘De circushaas’van Janosch
Goochelhoek:
In deze hoek staan een aantal materialen klaar waarmee de kleuters kunnen gaan goochelen. Een aantal van die trucjes zal in de klas worden uitgewerkt, een aantal zullen aan de hand van instructiekaarten worden toegelicht en kunnen zelfstandig worden gedaan.
– Plastic bekertje, kwartje, wit papier.
– Kwartje, doosje.
– Toverstok
– Magische touw
– In de war spelletjes
Werkjeshoek:
In deze hoek zijn allerlei werkjes te vinden die te maken hebben met het thema. De kinderen mogen hier zelf uit kiezen, maar het is wel de bedoeling dat iedereen enkele van de werkjes aan het einde van de week heeft gedaan. Ook is er in deze hoek gelegenheid om zelfstandig te werken. Er staan een aantal tafeltjes.
Werkjes die er liggen:
– Verschillende kleurplaten.
– Kleur de clown aan de hand van het aantal ogen dat je hebt gegooid.
– Geef de clown haren van serpentines
– Oei, te vlug!
– Van carnaval tot Pasen
– Zonneklep maken.
Vrij spelen/werken
Tijdens deze periodes mogen de kinderen zelf weten wat ze gaan doen. Ze werken in de verschillende hoeken of maken zelfstandige iets af aan hun eigen tafeltje. Ik loop tijdens deze periode rond om te kijken waar ik kan helpen.
Uitleg circusvoorstelling/ verdelen van de rollen:
Aan het einde van de week wordt door de hele school een circusvoorstelling georganiseerd. Ook de kleuters mogen hier natuurlijk aan meedoen. Omdat ik weet dat de kinderen wanneer ik ze zelf iets laat bedenken met heel veel verschillende dingen aan zullen komen, heb ik de rollen beperkt en mogen de kinderen daar een keuze uit maken. Vervolgens ga ik met ze aan het werk binnen verschillende ateliers; knutselatelier, impressieatelier en het bewegingsatelier. Tijdens het knutselen maken we de verschillende attributen die nodig zijn voor de voorstelling, bij de impressie atelier laat ik de kinderen kritisch kijken naar hun eigen personage en praat daar met ze over en tijdens het bewegen worden de bewegingen van hun personage geoefend en toegepast.
Dit vertel ik ook aan de kinderen en voor het uitkiezen van de rollen heb ik ervoor gezorgd dat van elke rol een plaatje beschikbaar is.
De plaatjes hangen aan een waslijn boven mijn bureau zodat het voor iedereen duidelijk is welke rollen er nog zijn en welke al uitgedeeld zijn. Ik laat de kinderen een voor een komen, zodat ze een eigen keuze kunnen maken en niet worden beïnvloed door vriendjes.
De rollen die er zijn:
– Tijgers en leeuwen
– Dierentemmer
– Clowns
– Koordansers
Aanleren van een nieuw circuslied:
Ik leer dit lied klassikaal aan met behulp van mijn dwarsfluit. Ik zing het een tweetal keer voor en daarna mogen de kinderen het regel voor regel nazingen. Wanneer dit goed gaat zingen we het lied in een keer. Als ik merk dat het merendeel van de klas het kan, stop ik en neem ik de kinderen waarvan ik denk dat het nog niet zo goed gaat apart en leer het liedje samen nog een keertje. De andere kinderen mogen naar huis.
Vingerverven:
Deze activiteit wordt gedaan in groepjes. Niet elk kind hoeft deze opdracht te doen en het is zodoende een keuzeopdracht. Ik heb hier een uur voor uitgetrokken, maar wanneer mocht blijken dat er te weinig kinderen deze opdracht willen doen, zal ik moeten gaan improviseren. Er is overigens nog genoeg te doen, dus dat zal geen enkel probleem zijn!
Ik leg de opdracht wel klassikaal uit, zodat ik de opdracht niet vier keer hoef uit te leggen, bovendien kan ik op deze manier kinderen motiveren de opdracht te gaan doen.
De opdracht gaat als volgt:
Je smeert vingerverf op een schoon plat vlak (bijvoorbeeld een dienblad of een placemat). Vervolgens teken je met je vinger een circus figuur in de verf. Daarna leg je een vel papier op de schildering en strijk het glad met je handen. Druk niet te hard! Trek het papier er voorzichtig vanaf. Je hebt nu een afdruk.
Ik vraag na de uitleg aan de kinderen wie deze opdracht wil gaan doen en met deze kinderen ga ik naar de verftafel. De andere kinderen gaan door met datgene waar ze mee bezig waren of beginnen met iets nieuws.
Buitenspelen/ In het speellokaal spelen:
Wanneer het weer goed is gaan we lekker een half uur buitenspelen. Wanneer het weer niet goed is, gaan we in het speellokaal spelen.
Afsluiting van de dag:
Aan het einde van de dag gaan we altijd eventjes met z’n allen in de kring zitten om te praten over de dag die geweest is. We bekijken een aantal werkstukjes die gemaakt zijn en er worden wat afspraken gemaakt.
