Prentenboek werkles heksen

 

 

 

Korte omschrijving van de opdracht

 

Ik ga de kinderen een prentenboek voorlezen dat gaat over een heks en haar vriendjes. Dit boek heet “stap maar op mijn bezemsteel”. Tijdens de speelwerkles gaat ieder groepje aan de slag met een opdracht m.b.t. het prentenboek.

 

 

Beginsituatie

Wat kennen/kunnen de leerlingen al; waar moet je bij aansluiten?

 

Van 5 tot 15 oktober is de kinderboekenweek. Het thema van de kinderboekenweek is ‘de toveracademie – boeken vol magie. Ook de school staat dan in het teken van dit thema. Het boek “stap maar op mijn bezemsteel” sluit hier daarom goed op aan.

 

Doelstelling(en)

Beschrijf zo concreet mogelijk in gedragstermen wat de bedoeling(en) van deze activiteit is (zijn):

1.         voor de leerlingen

 

  • De kinderen kunnen een voorspelling doen van het verhaal (Waar zal het verhaal over gaan? Hoe loopt het af?)
  • De kinderen kunnen een aantal vragen beantwoorden n.a.v. verhaal.

 

Bij de knutselopdrachten:

  • De kinderen kunnen een figuur maken op de kralenplank aan de hand van een voorbeeld.
  • De kinderen kunnen de enkele basisvormen vouwen.
  • De kinderen kunnen een heks schilderen.

 

2.         voor jezelf

 

 

 

Onderwijsleersituatie

Vermeld bij elke fase welke didactische werkvormen, leeractiviteiten, leerinhouden, onderwijs- en leermiddelen en groeperingsvorm je gebruikt (omschrijf kort wat je gaat doen, de kinderen laat doen)

 

 

1.         Inleiding

 

De kinderen zitten allemaal in de kring. Als eerste gaan we de omslag en de titel van het boek bespreken. Hierover stel ik een aantal vragen:

  • Wat is er te zien op de omslag?
  • Waar denk je aan als je een heks ziet?
  • Hoe ziet een heks eruit?
  • Waar denk je dat het verhaal over zal gaan?

 

 

2.         Kern / instructie

 

Vervolgens ga ik het verhaal voorlezen. Het verhaal gaat over een klunzige heks die met haar pientere poes op een bezemsteel door de nacht zoeft, als plotseling haar hoed afwaait. En dat niet alleen. Ze verliest ook nog haar strikje en haar toverstaf! Gelukkig zijn er genoeg dieren in de buurt om haar te helpen. Stap maar op mijn bezemsteel! zegt de dankbare heks tegen de hond, de kraai en de kikker. Maar vijf is te veel voor één bezemsteel…..

Ik vraag aan de kinderen wat er zal gaan gebeuren, als ze alle vijf op de bezemsteel zitten? Zou de bezemsteel gewoon verder kunnen vliegen, of denk je dat er wat anders gebeurd? Daarna lees ik het verhaal weer verder.

 
De kikker maakt onverwacht een sprongetje en de steel breekt. De dieren vallen in het moeras en het heksje belandt daarnaast. Dicht bij een vurige draak die wel zin heeft in "heks op een stokje". Als hij wil toehappen, stijgt uit het moeras een veelkoppig, blubberig monster op. De draak vlucht, het monster valt uiteen in de vrienden van de heks. De heks tovert een mooie nieuwe bezemsteel die van alle gemakken is voorzien.

 

 

Afsluiting / verwerking / evaluatie

 

Na afloop van het verhaal stel ik de kinderen nog een aantal vragen.

  • Wie zat er allemaal op de bezemsteel van de heks?
  • Hoe zijn ze daar terechtgekomen?
  • Wat gebeurde er toen ze alle 5 op de bezemsteel zaten? (hoe kon dat gebeuren?)
  • Was dat blubberig monster een echt monster? (wie waren het dan?) Etc.

 

De klas verdeel ik in een aantal groepjes. Ieder groepje gaat aan de slag met een opdracht. Er zijn 5 opdrachten:

  • Het inkleuren van een heksenkleurplaat.
  • Een heksenmobiel maken. Ieder kind kiest één persoon uit van het verhaal. Er zijn 5 karakters: de heks, de kikker, de hond, de kat en de kraai. De dieren worden eerst ingekleurd met wasco (of kleurpotloden) en daarna uitgeknipt. De dieren en de heks worden opgehangen aan een bezemsteel.
  • Een heks vouwen.
  • De kralenplank.
  • De heks schilderen uit het verhaal.

 

 

Onderwijs- en leermiddelen / documentatiemateriaal

 

  • Prentenboek
  • Kleurplaten (van de dieren)
  • Bezemsteel
  • Wasco
  • Kleurpotloden
  • Heksenkleurplaat
  • Kralenplanken
  • Voorbeelden voor de kralenplank
  • Vouwblaadjes.
  • Plaksel.
  • Scharen.
  • Verf.

 

 

Evaluatie van de mentor