Lange mat met een kastdeksel onder uiteinde lange mat, andere kastdeksel halverwege onder lange mat. In lengte van de lange mat vloerstrips leggen als ‘middenberm’.
Twee banken aaneengesloten naast elkaar en twee banken in verlengde erachter onder lichte ‘hoek’.
Drie banken dicht naast elkaat gehangen aan de eerste of de tweede sport van het klimraam met dubbelgevouwen lange mat of aantal kleine matjes op banken ook op de vloer (horizontaal) matjes
Bank aan een of twee delen kast (met kop), andere bank aan kast in verlengde erachter.
Lang touw dat uitelkaar gelegd spiraal stapsgewijs opgerold ligt (ruimte om in enuit te spiralen).
Vloerstrips ed. waarvan een letter of cijfer van geledg is.
Aantal pylonnen in rij of zig zag opstelling.
(Indien aanwezig) valmat op de vloer, daarop rennen (=andere ondergrond), daarachter los kastdeel / segment gevuld met wat pittenzakjes, daarachter vloerbedekking (lengte) overgaand in linolium- strips, overgaand in deurmat (cocos) , overgaand in zachte strip vloerbedekking.
O.a. zintuigelijke oefening -voelen met de voeten.
Volgorde van leervoorstellen
(NB bij elke situatie)
Eigen wijze van tempo lopen op, over of dicht bij zijkanten langs.
Volgertje in tweetallen.
Volgertje in viertallen.
Individueel in een zo hoog mogelijk tempo.
Werkafspraak: steeds aan een zijde van het onderdeel beginnen aangegeven door strip of pylon.
Zo snel en zo dicht mogelijk achter elkaar.
Eigen creativiteit van de leerlingen.
Groepering
Keuze maken uit de volgende mogelijkheden:
Individueel en vrije keuze van de leerlingen waar gespeeld / gewerkt zal worden.
Keuze groepering d.m.v. de vraag:"Wie wil er bij…?". Na een bepaalde tijd nogmaals vragen wie waar wil enz..
Kleine werkgroepjes door de leerkracht bepaald op een vaste plek en dan rouleren.
Klein groepje vaste plek en de rest vrij en dan rouleren.
Voorgeschreven route voor de leerlingen.
Alle leerlingen dezelfde opdracht, met dezelfde mediaopstelling.