Wat heb je nodig?
Wat kun je allemaal gebruiken als het gaat om klauteren:
- Grote klimtoren (aan zijwand) vierkant maken m.b.v. stabilisatieframe, die ook om te klauteren zijn, vast positie
- Kleine toren in vierkant, ook stabiliseren met frame, positie zie tekening in de bijlage.
- Twee lange ladders tussen beide torens hangen (horizontaal).
- Een andere ladder aan grote of kleine toren hangen, hoogte naar eigen keuze.
- Om en om ladder aan een der torenzijkanten.
- Losse touwladder bevestigen aan een sport naar eigen keuze, midden in?
- Twee houten trapezoïden een plaats geven t.o.v. klimgymset.
Volgorde van leervoorstellen
- ‘overal’ op je eigen manier in / aan / over klauteren.
Denk aan werkafspraken als:- op de schuine ladder een iemand tegelijk
- Wachten bij de wacht pylon.
- Bij ieder onderdeel genoeg klim en klauteropdrachten geven, aan individuën of kleine groepjes. Bijv. "ga eens hier langs", "probeer eens…" enz..
- In tweetallen (‘volgertje’)
Leerling een loopt een bepaalde route met zelfgekoze klautertechnieken en leerling twee volgt.
Groepering
Keuze maken uit de volgende mogelijkheden:
- Individueel en vrije keuze van de leerlingen waar gespeeld / gewerkt zal worden.
- Keuze groepering d.m.v. de vraag:"Wie wil er bij…?". Na een bepaalde tijd nogmaals vragen wie waar wil enz..
- Kleine werkgroepjes door de leerkracht bepaald op een vaste plek en dan rouleren.
- Klein groepje vaste plek en de rest vrij en dan rouleren.
- Voorgeschreven route voor de leerlingen.
- Alle leerlingen dezelfde opdracht, met dezelfde mediaopstelling.