Parapluutje / parasolletje
de een is voor de regen, de ander voor de zon
pardon.
Volgorde van leervoorstellen
Met paraplu / parasol over de schouder stappen / wandelen.
Springen in.
Overgeven van de paraplu (in tweetallen).
Groepering
individueel.
tweetallen.
Richting en ruimtegebruik
Elk kind heeft een hoepel en staat er buiten.
De hoepels liggen kris kras door de ruimte / rondom en in eigen hoepel.
Rondom twee hoepels die 1 meter uit elkaar liggen.
Kris kras door de ruimte tussen diverse hoepels.
Begeleiding voor de leerkracht
De leerkracht zingt de tekst
de leerlingen gaan rondom hun eigen hoepel.
Hetzelfde als bij een, alleen nu moeten de kinderen huppelen.
Bij zin een de ene kant op, bij de tweede zin andersom, en de bij de derde stoppen.
Idem als bij drie, maar bij het woord pardon, spring je in je hoepel.
Hetzelfde als bij 2, maar i.p.v. om de hoepel heen, moeten de leerlingen de ruimte in, en weer op tijd terug zijn bij hun hoepel, om bij ‘pardon’ er weer in te springen.
In tweetallen gaat een van de leerlingen zonder de paraplu in de hoepel staan klappen, leerling twee loopt er omheen, op pardon word de paraplu over gegeven en wisselen ze van functie. Eventueel:
Twee hoepels ongeveer 1 meter uit elkaar, daarbij twee leerlingen; leerling 1 in een van de hoepels, leerling 2 met de paraplu erbuiten en gaat op de zangtekst om beide hoepels of om en tussen beide hoepels door, tot pardon dan moet de paraplu worden overgegeven en wisselen de functies.
De hoepels liggen kris kras door en in de ruimte verspreid. Weer in tweetallen waarbij de ene leerling in en de ander buiten de hoepel staat met paraplu, maar probeert bij pardon op tijd bij de ander te zijn.
No comments