Les 1
Les:1
Tijd: 20 minuten
Kern:
Ik zit, op een stoel,
naast Kinderen zitten in en kring, op stoelen. Een stoel is leeg. Het kind dat links van de lege plek zit,
schuift op naar rechts en zegt: ik zit, de volgende schuift en zegt: op een stoel, de laatste zegt: naast
en vult een naam in. Deze persoon gaat op de lege plek zitten. Zijn stoel komt vrij en de beide buren
proberen als eerste op deze stoel te gaan zitten. En het begint opnieuw.
Stoeltje klap.
Kinderen zitten in een kring, een persoon staat in het midden van de kring. Er is een stoel leeg. Het
kind dat de onbezette stoel rechts van zich heeft, roept een naam van iemand uit de kring en slaat op
de stoel. Degene van wie de naam genoemd gaat op de stoel zitten. Er komt een nieuwe stoel vrij,
van voor af aan. De persoon in het midden probeert eerder op de lege stoel te gaan zitten, voordat de
persoon rechts ervan kan slaan. Als dit lukt is de speler die vergat een klap te geven, de nieuwe
speler in de kring.
Leerdoel:
Lesdoel van de kinderen:
Reactie, inzicht ( vooraf denken)
Hulpmiddelen + organisatie:
· Een stoel per leerling
· Kinderen in de kring
· Eerste spel: extra lege stoel