Metriek stelsel

Beginsituatie
Ik heb bij mijn mentor aan gegeven dat ik een instructieles wilde geven. Mijn mentor gaf als idee het “metriek stelsel” en de mogelijkheid om met de op school aanwezige materialen “proefjes” te doen. Bij mij kwam toen het idee om ook pepernoten te gaan bakken, waarbij meten en wegen in het recept terugkomt.
De les hoort bij het vakgebied rekenen. De leerlingen zijn bekend met de stappen in het metriek stelsel ( 1m = 100 cm, 1kilo = 1000 gram, etc).
 
Lesdoel voor de kinderen
Voor de kinderen wordt het metriek stelsel visueel duidelijk door het doen van diverse handelingen zoals wegen, meten, de inhoud bepalen van voorwerpen. Om belangstelling op te wekken bij de kinderen heb ik een doel gecreëerd n.l. pepernoten bakken volgens een recept waarbij een aantal dingen vreemd omschreven staan.
Deze les is een onderdeel van een lessencyclus. Deze lessencyclus bestaat uit drie onderdelen:
  1. Het “visueel” maken van gewichten, afmetingen, inhouden.
  2. Pepernoten maken waarbij ze de visuele waarnemingen van onderdeel 1 moeten gebruiken.
  3. Doosjes maken waarbij ze ook de visuele waarnemingen van onderdeel 1 moeten gebruiken.
Deze lesvoorbereiding beperkt zich tot onderdeel 1 omdat deze les op één dag wordt gegeven. De onderdelen 2 en 3 vinden een week later plaats en waarvoor ook een andere lesvoorbereiding noodzakelijk is.
Bij deze lessen is het noodzakelijk dat de kinderen in groepjes werken. Een 2e lesdoel is dan ook: leren samenwerken, elkaar helpen.
 
Mijn leerdoel
  1. Een instructieles geven m.b.t. het vak rekenen waarbij ik het “nuttige” (metriek stelsel) met het “aangename” (pepernoten bakken) kan combineren.
  2. De les op een manier organiseren, zodat het werken in groepjes geordend verloopt.
 
Bronnen die ik heb geraadpleegd voor onderdeel 1
  1. Materiaal en bijbehorende opdrachten die op mijn stageschool aanwezig zijn.
  2. “Rekenvaardig” van R. Goffree
  3. Het metriek stelsel
  4. Overleg met mijn mentor omtrent de klas verdelen in groepjes.
 
Onderwijsleermiddelen
  1. Liniaal
  2. Weegschaal
  3. Kubus/flesjes met verschillende afmetingen/inhoud
  4. Maïs om te gebruiken bij het wegen
  5. water om te gebruiken bij de proefjes over “inhoud”
  6. Opdrachten op papier
  7. Scharen
  8. A-4 tekenpapier
  9. Plakband
 
Organisatie voor de les
  1. De klas op papier al in 3 groepjes verdelen met daarbij de volgorde van de opdrachten die zij moeten gaan maken. Daarbij rekening houden met het feit welke kinderen met elkaar wel of niet kunnen samenwerken. Dit doe ik a.d.h.v. het overleg met mijn mentor en a.d.h.v. mijn eigen inzicht op de groep.
  2. Onderwijsleermiddelen klaarzetten.
  3. Kinderen blijven in het lokaal zodat ik een goed overzicht heb dus de tafels worden verschoven zodat er 3 groepen tafels ontstaan. De kinderen gaan in een kring zitten.
  4. Het recept van de pepernoten op het bord zetten, dit recept gebruik ik als inleiding van de les.
  5. Opdrachten kopiëren.
 
Inleiding van de les van onderdeel 1
Ik vertel de kinderen dat ik hun volgende week pepernoten wil gaan laten bakken. In de groepen 1 en 2 doen ze dat ook, alleen is dat uiteraard onder begeleiding van hen ouder/juf.
Ik vind dat ze dit in groep 8 best zelfstandig kunnen. Omdat we de pepernoten ook ergens in moeten bewaren gaan we ook een doosje maken (omdat we niet allemaal tegelijk pepernoten kunnen bakken, maakt een groep een doosje terwijl de andere aan het bakken zijn) Alleen moet je dan ook het recept goed kunnen lezen. Je moet iets afweten van gewichten en inhouden. Ik heb een recept van een zwarte piet gekregen die er een beetje rare maten op na houdt:
Voor het bakken van pepernoten heb ik nodig:
14 deel van 1 kilo zelfrijzend bakmeel
15 deel van een halve kilo suiker
34 deel van 100 gram zachte boter
2 eetlepels speculaaskruiden
12 theelepel zout
1000 ml melk en daarvan 4 eetlepels
 
Voor het maken van een doosje heb ik nodig:
Een stuk karton van 200 mm bij 200 mm
plakband
 
Om het recept van deze zwarte piet voor ons duidelijker te maken laat ik de kinderen eerst in groepjes opdrachten maken.
Duur van de inleiding: 10 minuten