Voorbereiding:
Ik maak vier paddestoelen op karton, allemaal een andere kleur (bijvoorbeeld groen, paars, oranje
en blauw) (als het maar geen rood is)
Wat heb ik nodig:
– de kaarten met de paddestoelen
– kleine houten blokjes (23, voor ieder kind één)
Alle kinderen zitten in hoefijzervorm in de kring, zodat iedereen de tafel voor me goed kan zien
(waar alle paddestoelen op staan) Ik vertel de kinderen een verhaal over kabouters die in het bos
wonen, maar als ze wakker worden zijn ineens de paddestoelen verandert van kleur! Ze zijn niet
meer rood met witte stippen maar allemaal rare kleuren. Ze begrijpen er niks van (etc. etc.)
Uiteindelijk komt het er op neer dat de kabouters niet meer in een rood met witte paddestoel
hoeven te wonen, maar nu zelf een nieuw huisje mogen uitzoeken.
Tijdens het verhaal zet ik de paddestoelen op tafel. Ik laat de kinderen de kleuren benoemen.
Iedereen krijgt een blokje en vertel dat zij de kabouters uit het bos zijn en allemaal een paddestoel
mogen kiezen. Een kind is de eerste. Hij of zij mag eerst vertellen welke kleur paddestoel hij/zij
kiest, en ook waarom. Dan mag dat kind zijn/haar blokje bij de paddestoel van zijn/haar keuze
leggen. De volgende doet het zelfde. Als een kleur voor de tweede keer wordt gekozen, wordt het
blokje op het vorige blokje gelegd, zodat je een toren krijgt. Alle kinderen komen aan de beurt. Als
alle kinderen aan de beurt zijn geweest zijn er dus 4 torens. De een hoger dan de ander. Nu stel ik
vragen als : In welke paddestoel wonen de meeste kaboutertjes?. Waar de hoogste toren staat
wonen de meeste kabouters. Waar wonen de minste? Hoeveel kabouters wonen er in de groene
paddestoel?, etc., etc. Een kabouter ging verhuizen, waar wonen nu de meeste kabouters? Als er
twee kabouters bijkomen, hoeveel kabouters wonen er dan. Etc etc.
Afsluiting:
Ter afsluiting vertel ik nog een stukje van het verhaal. Toen de kabouters een poosje in hun
gekleurde huisjes hadden gewoond, vonden ze het eigenlijk toch niet zo leuk en wilden graag terug
naar hun paddestoelen rood met witte stippen. En zo gebeurde het ook.