Gekleurde matjes met lopen op de maat.

 

Lesvoorbereiding

 

 

Zakelijke gegevens

 

Datum: 22-11-2005                               Aantal leerlingen: 23 groep 1 en 2

 

Tijd: 13:00-13:30                                 Groep: 1 en 2 (Jip en Janneke)

 

 

Inhoudelijke gegevens

 

Vak of vormingsgebied:

bewegingsonderwijs

 

 

Activiteit:

Matten en kleuren spel.

 

 

Componenten van de les

 

Beginsituatie van de leerlingen:

De leerlingen weten dat ze gymles krijgen in het gymlokaal. De leerlingen weten dat ze met gymles de sportkleren aan moeten doen. De leerlingen weten van de vorige les dat ze op de maat van de trom kunnen lopen. (als olifanten of muizen) De leerlingen weten dat ze stil moeten staan als de trom ook stil is. De leerlingen zijn bekend met de kleuren rood, groen, blauw, geel.

 

Lesdoelen

proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen:

 

Doelen

Proces

Product

Kennis

1

 

Vaardigheid

2

 

vormingsdoel

 

 

 

  1. De leerlingen kunnen aan het einde van de les onthouden welke kleur bij welk matje hoort,
  2. Aan het einde van de les zijn de leerlingen gestimuleerd in hun grove motoriek en daar bedoel ik mee het lopen van grote passen en kleine passen.

 

 

 

 

 


 

lesfase

 

tijd

 

didactische route (wat doen de kinderen?)

 

leerstof                                    leerling                                     leefwereld

 

 

interventies van de leerkracht

 

organisatie en hulpmiddelen

 

 

inleiding

 

 

 

5

                                                                                                        X
De leerlingen lopen op het ritme van de trom                                                  

 

 

 

Laat de leerlingen warmlopen op de ritme van de trom (herhaal de ritmes van de vorige les)

Trom, stokje. Sportkleren.

In het speellokaal

kern

 

 

 

 

 

 

 

  20

   X
De leerlingen hebben een stip op hun hand die bij de kleur van het matje hoort.

 

                         X
De leerlingen weten welke kleur bij welk matje hoort en lopen rond op de maat van de muziek.

 

                                                                               X
De leerlingen gaan als de muziek stopt naar hun eigen matje lopen.

 

                                                   X
De leerlingen lopen als de muziek is gestopt naar hun eigen matje waar geen kleur meer hangt (ze moeten dit onthouden.

Verdeel de leerlingen in vier groepjes en geef elke groep een kleur.

Leg de matjes klaar.

Laat de leerlingen rondlopen op de maat van de trom.

 

Stop de trom en laat de leerlingen naar hun eigen matje lopen. Controleer of de kleur nog goed is.

 

Haal de kleuren weg en kijk of ze de plek van het matje nog kunnen onthouden. (moeilijker maken)

 

Vier kleuren stiften (rood, groen, blauw, geel)

Vier kleuren papier (rood, groen, blauw, geel)

Vier matjes

De trom en stokje.

Sportkleren, in het speellokaal.

 

afsluiting

 

 

 

10

 

                                                                              X

De leerlingen doe nu nog een rustig spelletje in de kring zoals: tik tik wie ben ik of zakdoekje leggen. (het spel moet bekend zijn bij de leerlingen, anders leg je weer iets nieuws uit)

 

 

 

Doe als afsluiting een rustig spelletje om de leerlingen weer even een rustmoment te gunnen voordat ze gaan omkleden.

 

Zakdoek voor zakdoekje leggen.

 

 

 

 

Hoe evalueer je om na te gaan hoe de kinderen het gedaan hebben?

 

Ik controleer tijdens de les of de leerlingen telkens op het goede matje staan. Ik kijk of de leerlingen goed in de maat meelopen. Ik kijk of de leerlingen nadat ik de kleuren heb weggehaald nog weten waar hun eigen matje is.