Op de erwt

VERHAAL + VOELSPELLETJE: “Prinses op de erwt”

 

 

 

1.    Referentiegegevens

 

– belangstellingscentrum: sprookjes

– leeftijd keuters: 4-  jarigen

– aantal: 25

– student: Sharon Scheppers

 

2.    Doelen

 

     Klassikale activiteit:

 

Ervaringen verwoorden (71)

 

 

 

 

Luisteren en spreken verfijnen (73)

 

 

 

Nadenken en spreken over eigen taalgebruik en dat van anderen (77) (taalbeschouwing)

Door te antwoorden op vragen

Door voluit te praten over eigen ervaringen; wat ze voelen onder de matras

 

Door een rijke woordenschat op te bouwen; door de juiste woorden te kiezen om een omschrijving te geven

 

Door te ervaren dat taalgebruik aangepast wordt aan de situatie; kls geven een omschrijving van iets

  

 

3.    Materialen en organisatie

         Matras, kussen, zelfgemaakt kroontje

         Voorwerpen om onder de matras te leggen (afwasborstel, theedoek, potje van glas, deksel, knikker, krijtje, sprookjesboek, toverstokje)

         Gedroogde erwt

         Zak om voorwerpen in te steken

         Pop met zelfgemaakt kroontje

 

 

 

4.    Verloop

 

 

Voorbereiding

-alle voorwerpen zitten in de zak zodat de kinderen niet kunnen zien wat er inzit

 

 

 

 Organisatie

L zit eerst samen met de kinderen in de kring.

 

 

Verloop

 

1. Introductie

L laat de kinderen de erwt zien en vraagt hun wat het is. Vervolgens vraagt ze hen of ze het sprookje kennen van de prinses op de erwt.

L vertelt het sprookje in het kort en in eigen woorden terwijl ze het uitbeeldt met de pop, de matras, het kussen en de erwt.

Dit sprookje gaat over een prins die allee met een echte prinses wil trouwen. Als er ’s avond een vrouw aanklopt die wil blijven slapen, legt de koningin een erwt onder een stapel matrassen. De volgende morgen zegt de vrouw dat ze slecht geslapen heeft omdat er iets hards in haar bed lag. Dan weet de prins dat ze een echte prinses is, want alleen echte prinsessen hebben zo’n zachte huid dat ze een erwt kunnen voelen door zoveel matrassen heen.

 

De kinderen proberen nu, net als de prinses uit het sprookje, te voelen of er iets onder de matras ligt. Zijn zij echte prinsen en prinsessen?

 

2. Midden

-Een van de kinderen speelt voor prins(es) en krijgt een kroon op het hoofd. Het kind mag niet kijken, als de andere kinderen een voorwerp uit de zak kiezen en dit onder de matras of het kussen leggen (soms leggen de kinderen er niets onder of juist twee dingen tegelijkertijd). Dan mag de prins(es) weer kijken. De prins gaat op de matras liggen en doet net alsof hij/ zij slaapt.

 

-Als de prins(es) wakker wordt, vraagt u of hij/ zij goed geslapen heeft. Waarom niet? Heeft de prins(es) gemerkt dat er iets onder de matras lag? Zo ja, hoe voelde dat en wat denkt de prins(es) wat het is?

Wanneer de kl het niet meteen goed raadt, geeft de L samen met de kinderen aanwijzingen over de aard van het voorwerp.

Var.: L stelt concrete vragen over wat ze voelen

         Kl beschrijft wat hij/zij voelt

         Kls geven beschrijvingen

 

Dan mag de prins de matras optillen en kijken of hij/zij het goed geraden heeft.

 

3. Slot

L legt alle voorwerpen uit de zak voor zich neer. Ze laat de kls de voorwerpen sorteren in twee groepen: de voorwerpen die ze niet (goed) konden voelen en de voorwerpen die ze wel (goed) konden voelen. Waarom konden ze bepaalde dingen wel goed voelen en andere niet?

 

4.Verwerking

-in de poppenhoek komen de spullen terecht van het sprookje: de erwt, matras, de voorwerpen. Nu kunnen de kinderen die willen dit op hun eigen manier verwerken

-kinderen kunnen een tekening maken van de prinses die op een heleboel (hoeveel?) matrassen ligt. Onder de matrassen ligt een voorwerp. Nadien wordt besproken welk voorwerp er onder hun matrassen getekend zijn en of de prinses het zal merken.