Beweging – Ruimtelijke Verkenning

 

4.C.1 Onderwijsopdracht Beweging
Ruimtelijke verkenning
 
Bij dit spel is het de bedoeling dat kinderen handelingen met positiebegrippen toepassen met
behulp van plaatjes.
 
Inleiding
 
Laat de kinderen de plaatjes van de begrippen zien. Bespreek met de kinderen wat er op de
plaatjes is te zien: het kind staat naast de stoel, het kind staat op de stoel, enz.
 
Kern
 
Laat in willekeurige volgorde de plaatjes van de begrippen aan de kinderen zien. De kinderen
voeren de handeling van het getoonde plaatje uit, bijvoorbeeld:
kind onder de stoel (ergens onder gaan zitten/liggen)
kind naast de stoel (ergens naast gaan zitten/liggen)
 
Geef, na het enkele keren met de kinderen te hebben geoefend, een kind uit de klas de beurt
om de plaatjes van de begrippen aan de andere kinderen te laten zien.
 
Afsluiting
 
Als het goed gaat kunnen de kinderen, in plaats van met het eigen lichaam, de handelingen
uitvoeren met materiaal uit de huishoek of wereldspelmateriaal, bijvoorbeeld:
zet de pop maar op tafel
zet de auto maar onder tafel
 
 
 
 

Taalles

De leerlingen kunnen tellen hoeveel lettergrepen er in een woord zitten. De leerlingen kunnen dit door te klappen. (kerstboom = 2x klappen). De leerlingen kunnen ...