Opwarming:
Ik wil de kinderen kennis laten maken met de vier basisemoties: vreugde, verdriet, boosheid en angst. Ik doe dit door van iedere emotie ongeveer 30 symbolische plaatjes te maken. Ik geef ieder kind vier verschillende kaartjes. Ik laat één voor één de kaartjes aan de kinderen zien en vraag dan welk gevoel er op het kaartje staat. Misschien kunnen ze zelf voorbeelden bedenken van situaties waarin ze dit gevoel krijgen. Dan schets ik enkele situaties waar de vier gevoelens in voor komen. Bijvoorbeeld: je bent jarig, je bent je knuffel kwijt, het is pikdonker in je kamer, je hebt ruzie met je broer of zus. Het is de bedoeling dat de kinderen het kaartje laten zien dat bij de situatie past. Ik kijk of dit goed gaat. Zo ja, dan ga ik door naar de volgende activiteit. Zo nee, dan praten we verder over de emoties en schets ik nog enkele situaties.
Kern:
Nu is het tijd om de emoties uit te beelden. Ik vertel korte versjes waarin steeds één gevoel centraal staat. Na ieder versje moeten de kinderen laten zien over welk gevoel het ging. Een paar voorbeelden vind je in de bijlage.
Afsluiting
Ik maak groepjes van 4 kinderen. De kinderen moeten samen een gevoel bedenken. Dit mag één van de vier gevoelens zijn die we daarvoor behandeld hebben, maar het mag ook een ander gevoel zijn. De 4 kinderen moeten met hun hele lijf en met geluid het gevoel uitbeelden wat zij hebben afgesproken. Ik maak hiervan een foto, zodat we deze op kunnen hangen. De andere kinderen in de klas mogen raden welk gevoel er werd uitgebeeld.
Bijlage: Versjes met een gevoel.
Bang voor piepen van de deuren.
Bang voor donker op de gang.
Bang voor wat er gaat gebeuren.
Schaduwen op het behang.
Maar zijn allergrootste angst is,
waar hij altijd goed op let,
waarvoor hij het aller-bangst is,
is een mens onder zijn bed!
Als er iemand doodgaat
Die je heel goed hebt gekend,
Dan is het nogal logisch
Dat je erg verdrietig bent.
Misschien is het je oma.
Misschien is het je hond.
Misschien is het een ander,
Die je ook zo aardig vond.
Soms als ik opsta, kan ik niet blij zijn.
Soms als ik opsta, ben ik al boos.
Zelfs als de anderen aardig voor mij zijn,
Blijft dat gevoel nog een hele poos.
Dan sla ik met deuren, zo hard als ik kan.
Dan he bik zo’n zin om mijn vriendjes te knijpen.
Maar dat kan dan niemand en niemand begrijpen
Dan zeuren ze maar – o, daar krijg ik wat van!
Op de tribune je vader en moeder,
Je opa en oma, je grote broer –
Omdat je moet afzwemmen voor je diploma
Je eerste examen, je voelt je heel stoer!
Je duikt, je valt plat, niet zo erg, maar een beetje,
Je zwemt onder water zo ver als het moet.
Dan schoolslag en rugslag, de banen die weet je…
Een botsing? Gelukkig, het gaat alweer goed.
De badmeester fluit zelf het eindsignaal:
Van harte gefeliciteerd allemaal!!!