Bijzondere soep, hoepels

 

Groep 2

 

Tijdsduur: 25 minuten.

Locatie: buiten – gymzaal.

Thema: geen.

Materialen: hoepels, matten, lintjes en een fluitje

 

Warming-up: Bijzondere soep.

Kerngedeelte: Hoepels.

Afsluiting: Hoepels.

 

Bijzondere soep.
Tijdsduur: 10 minuten.

Benodigdheden:

  • 5 matten
  • 1 lintje

Het spel

Opstelling:

  1. mat voor de ingrediënten.
  2. pan voor de soep.

Spel:

1.       Verdeel de klas in 4 groepjes.

2.       Één groep leerlingen zijn de tomaten, een andere groep leerlingen zijn de worteltjes, een derde groep leerlingen zijn de gehaktballetjes en de vierde groep leerlingen zijn de boontjes. Deze vier groepen zitten op hun mat. verspreid over het lokaal.

3.       Er is één kok. De kok staat bij de pan (een mat in het midden).

4.       De kok beslist wat hij in de pan wilt gooien. Dat zegt hij hardop. Als hij de tomaten in de pan wilt gooien dan moet het groepje tomaten snel van hun plaats.

5.       Zij moeten dan een rondje om de pan rennen en zo snel mogelijk weer op hun plaatsen zitten.

6.       De kok moet proberen die leerlingen te tikken. Als een leerling is getikt, dan moet hij of zij in de pan zitten (dus op de mat).

7.       Zo gaat de kok verder tot de soep klaar is. Laat de kok een keer goed roeren en daarna proeven van zijn soep. Is het lekker?     

 

 

Hoepels

Tijdsduur: 10 minuten

Benodigdheden:           

  • evenveel hoepels als leerlingen (ieder een)
  • fluitje

Het spel

Spel:

  1. De leerlingen leggen alle hoepels op de grond verspreid.
  2. Ze mogen gaan rond lopen.
  3. Als ik op het fluitje blaas moet elk kind naar een hoepel rennen en erin gaan staan.

 

 

 

 

Variatie:

  • in de hoepel gaan zitten.
  • hoepel eerst over je hoofd halen en dan gaan zitten.
  • eerst met je benen door de hoepel, dan gaan zitten.
  • zo stil mogelijk blijven staan in de hoepel.
  • op een been blijven staan in de hoepel.

 

 

Hoepels 2

Tijdsduur: 5 minuten

Benodigdheden:            * evenveel hoepels als leerlingen (ieder een)

                                   * fluitje

Het spel is afgeleidt van de stoelendans.

Het spel

Spel:

  1. De leerlingen leggen alle hoepels op de grond verspreid.
  2. Ze mogen gaan rond lopen.
  3. Als ik op het fluitje blaas moet elk kind naar een hoepel rennen en erin gaan staan (1 kind per hoepel!).
  4. Na elke ronde leg ik een hoepel weg. Daardoor valt er elke ronde een leerling af.
  5. Deze leerling gaat buiten de ‘kring’ op de grond zitten. Zo net zolang doorgaan tot er een winnaar is.

Variatie:

  • Snellere variant -> pak meerdere hoepels weg.
  • Als een leerling af is mag deze doorlopen naar de omkleedruimte.

 

Boerderij

In deze les vertel je een verhaal over dieren op de kinderboerderij. De kinderen beelden dit verhaal uit.