Klauteren

Klauteren

 

Wat heb je nodig?

Wat kun je allemaal gebruiken als het gaat om klauteren:

  1. Grote klimtoren (aan zijwand) vierkant maken m.b.v. stabilisatieframe, die ook om te klauteren zijn, vast positie
  2. Kleine toren in vierkant, ook stabiliseren met frame, positie zie tekening.
  3. Twee lange ladders tussen beide torens hangen (horizontaal).
  4. Een andere ladder aan grote of kleine toren hangen, hoogte naar eigen keuze.
  5. Om en om ladder aan een der torenzijkanten.
  6. Losse touwladder bevestigen aan een sport naar eigen keuze, midden in?
  7. Twee houten trapezoïden een plaats geven t.o.v. klimgymset.

 

 

Volgorde van leervoorstellen

  1. ‘overal’ op je eigen manier in / aan / over klauteren.
    Denk aan werkafspraken als:

    1. op de schuine ladder een iemand tegelijk
    2. Wachten bij de wacht pylon.
  2. Bij ieder onderdeel genoeg klim en klauteropdrachten geven, aan individuën of kleine groepjes. Bijv. "ga eens hier langs", "probeer eens…" enz..
  3. In tweetallen (‘volgertje’)
    Leerling een loopt een bepaalde route met zelfgekoze klautertechnieken en leerling twee volgt.

 

 

Groepering

Keuze maken uit de volgende mogelijkheden:

  1. Individueel en vrije keuze van de leerlingen waar gespeeld / gewerkt zal worden.
  2. Keuze groepering d.m.v. de vraag:"Wie wil er bij…?". Na een bepaalde tijd nogmaals vragen wie waar wil enz..
  3. Kleine werkgroepjes door de leerkracht bepaald op een vaste plek en dan rouleren.
  4. Klein groepje vaste plek en de rest vrij en dan rouleren.
  5. Voorgeschreven route voor de leerlingen.
  6. Alle leerlingen dezelfde opdracht, met dezelfde mediaopstelling.