Lesdoel/tijd
|
Uitwerking
|
Organisatie
|
Doel
– de kinderen benoemen de kleuren
– kunnen zelf een voorwerp onthouden en de juiste vraag stellen
|
Inleiding
Er liggen voorwerpen op de tafel waarvan de kinderen hun kleuren gaan benoemen.
Kern
We spelen met de kinderen we maken een kringetje van jongens en van meisjes en alle kinderen met iets paars aan mogen in de kring staan.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. De kinderen gaan zelf een kleur en voorwerp in hun gedachte nemen. Bij de jongste kleuters helpt de leerkracht.
Verwerking
Loop onder de werkles bij iedereen langs en vraag ze naar de kleur van de voorwerpen waar ze mee bezig zijn.
Kinderen kunnen een voorwerp knutselen in 1 kleur
In de poppenhoek het spel stimuleren door de kinderen aan te spreken met de kleur van hun theekopje.
|
De kinderen zitten in de kring en om de beurt mogen ze vertellen welke kleur een voorwerp heeft. Zorg dat je zoveel voorwerpen als kinderen hebt, zodat iedereen aan de beurt komt.
Materiaal
– verschillende voorwerpen
|
Klauteren met kleuters
Klauteren met kleuters