Bakker

 

 

 

Thema

 

Bakker

 

 

 

Uitgewerkt door Lindsey van Kan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verantwoording

 

Waarom dit thema:

 

In dit thema zoek ik aansluiting bij de belevingswereld van het kind, iets waarmee de kinderen dagelijks in aanmerking komen.

In het thema houden we ons bezig met het onderwerp ‘Bakker’.

Voor de leeftijdsgroep waarvoor dit thema bestemd is, is dit zeker een boeiend en interessant thema.

Jonge kinderen zijn vaak gefascineerd door brood: er zijn verschillende soorten brood, de bakker verkoopt veel producten, hoe wordt alles gemaakt, hoe komen de spullen bij de bakker enzovoort.

Op deze leeftijd is de behoefte aan zakelijke, rationele verklaringen nog niet groot. De constatering ‘Zo maak ik brood en zo ontstaat het en wordt het verkocht’ is de getuigenis van het enthousiasme.

 

Het doel van dit thema:

 

Via dit thema tracht ik de belevingswereld van het kind te stimuleren, door aan te sluiten bij zijn dagelijkse confrontatie betreffende brood.

Verder tracht ik het kind vertrouwd te maken met het ontstaan en gebruik van brood om van daaruit de woordenschat te vergroten.

 

Opbouw en uitwerking van het thema:

 

Het brood staat in het thema centraal: aan het begin van het thema wordt hij geïntroduceerd, halverwege het thema gaan we een kijkje nemen hoe brood wordt gemaakt.

Het bezoek wordt voorbereid door activiteiten waarmee de kinderen zich bekwamen in het maken van brood en de verschillen erin.

Het thema richt zich op kleuters in de leeftijd van 4-5-6 jaar. De differentiatiemogelijkheden zijn bij de uitwerking van de activiteiten, daar waar mogelijk, aangegeven.

 

Tijdsduur van het thema:

 

Dit thema is gepland voor twee weken. In de eerste week verzorg ik in de activiteiten. In de tweede week verzorgt Barrie de activiteiten omdat ik dan geen stage meer loop.

 

Algemene voorbereiding:

 

          Het inrichten van een bakkerswinkel.

          Het verzamelen of maken van materiaal waarmee de bakkershoek kan worden uitgebreid.

          Collectie prentenboeken.

          Iemand vragen voor schorten.

          Bakkersmutsen maken.

          Afspraak maken voor het bezoek aan de bakker.

 

 

 

 

 

 

Literatuur bij dit thema

 

Prentenboeken:

 

De bakker

Taart voor kleine beer

Sanjay de bakker

Veldthuis, M.                         Taart voor Beer de bakker

Oxenbury, H.                          Hoera! We bakken een taart

Andel van, L.                           Brood, de kijkdoos

Klinting, L.                              Kasper de bakker

 

Verhalen:

 

Het verhaal van Bakker Pendemik

De kleine kip

Bij de bakker

 

Gedichten en liedjes:

 

Opa Bakkebaard

Elsje Fiederelsje

De muis van de bakker

De bakker

Alblas, L.                               Koek met krenten

Ron, L.                                  Hoe bakt de bakker krentenbrood?

Winsemius, C.                        De muis

Hanne Panne Ponika              Een koekje met een hap

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De inhoud van de thema-onderdelen

 

Activiteit                                     Waar het om gaat

 

1. Gesprek rond de mand met brood                  Aanbieden van woordkaarten, verschillen waarnemen

 

2. Kasper de bakker                                        De kinderen worden geconfronteerd (verhaal)                                                                   met het verhaal en vertellen het na aan de

                                                                       hand van de prenten    

 

3. De bakkersleerling                                                  De kinderen verwerken zelf elementen uit

    (werkles)                                                     het eerder aangedragen verhaal.

 

4. Wat moeten we weten over de                      Kennis maken met de ontstaanswijze

    bakker…                                                      

 

5. De bakker                                                               Zingen en bewegen

    (lied)

 

6. Als ik kon bakken                                                    Gesprek over bakkerswensen en de verwerking daarvan

 

7. Zelf bakker worden                                     De kinderen maken recepten voor het kookboek en attributen

De kinderen lezen in het kookboek wat ze aan attributen nodig hebben

                                                                      

8. Bakkersattributen maken                              Attributen maken ter aanvulling op de bakkershoek

 

9. Samen bakken                                              Elk kind is een ingrediënt

    ( spelles)

 

10. Brood versieren                                                     De kinderen versieren zelf hun brood. Vanuit een verhaal worden zij hiertoe gemotiveerd

 

11. Bakker zijn                                                 Kinderen maken de bewegingen die horen

     (drama)                                                      bij brood bakken in het speellokaal

 

12. Bakkersaerobics                                         Oefeningen doen ter ontwikkeling van de

     (gymles)                                                     spieren

 

13. Het bezoek aan de bakker                          Feestelijke aanvulling, waarbij de klas op bezoek gaat bij de bakker om zelf brood te maken

 

 

 

 

1. Gesprek rond de mand met brood

 

De mand met brood is gedurende het gehele thema bron van inspiratie en sfeerbepaler. Vandaar dat deze mand in de eerste activiteit centraal komt te staan.

 

Inhoud        Ik zet de mand met brood in de kring en vraag de kinderen de mand met inhoud goed te bekijken. Ik laat de kinderen vrij reageren.

 

                        Ik stimuleer de kinderen om naar aanleiding van de mand hun kennis te gebruiken. Ik stel daarbij vragen als:

       Wat zie je allemaal in de mand?

       Is er een verschil?

       Hoe ziet dat verschil eruit?

       Hoe heten de broden?

       Welke broden zijn groot/klein?

       Zie je ook iets anders wat geen brood is?

       Enzovoort.

 

Tijdens dit gesprek wijs ik de woordkaarten aan en lees ze voor.

Na het gesprek krijgen de woordkaarten een plaats op de bakkerstafel.

 

Daarna laat ik de kinderen zelf vertellen wat ze al weten van de bakker. Vanuit deze ervaringsgegevens breid ik de kennis van de kinderen uit door steeds te verwijzen naar de mand:

de verschillende broden en produkten en laat ik platen zien waarop andere producten/activiteiten zichbaar zijn.

 

Tenslotte vertel ik de kinderen dat we woensdag de bakker gaan bezoeken om te kijken hoe het er allemaal aan toe gaat.

Het kaartje waar bakker opstaat laat ik aan de kinderen zien.

Het naamkaartje kan ook gebruikt worden om als voorbeeld te dienen bij tekeningen en andere werkstukken. De kinderen kunnen naschrijven wat er op het kaartje staat.

 

Op het eind van deze introductie  (tijdens de werkles) mogen de kinderen een tekening van de bakker maken.

 

Voorberei      De mand zet ik goed zichtbaar in de kring.

-ding/         Ik maak woordkaarten met de woorden: ongesneden witbrood,

materiaal      rijstevlaai, stokbrood, wafel, tompoes, roomtaart, chocoladesoes, marmertaart, chocoladebroodje, puntje, gesneden witbrood, roomhoorntje, aardbeienvlaaitje, appelbol, croissant, vlechtbrood, ongesneden bruinbrood, gesneden bruinbrood en het naamkaartje Bakker.

                Ik heb het materiaal gereed gelegd voor het tekenen van de bakker.

 

 

 

 

 

2. Kasper de bakker (verhaal)

                                                                      

In dit thema-onderdeel staat het verhaal van het bakken van een cake centraal. Ik lees dit verhaal voor uit het prentenboek.

Als het boek nu niet voorhanden is, maak ik gebruik van de volgende uitgebreide inhoudsbeschrijving.

 

Inhoud        Ik vertel de kinderen dat ik hen een verhaal wil gaan vertellen over het bakken van een cake.

                                                                      

                        Wie klopt daar op het raam van Kasper?

                        Het is Flip die Kasper komt feleciteren, want vandaag is Kasper jarig.

 

Kasper is heel blij met de bloemen. Wat kan hij zijn gast nu aanbieden? Flip heeft namelijk altijd honger.

We gaan een cake bakken!

 

Dit is de keuken van Kasper. Overal staan pannen, potten en kommen. De meeste heeft hij van zijn oma gekregen. Zij kon heel goed koken. Maar wat zoeken ze toch?

 

Hier stop ik het verhaal en laat de kinderen op de vraag reageren.

Ik kan daarbij wel met enkele stimulerende vragen hulp bieden:

       Waar zijn Kasper en Flip?

       Wat kan je doen in de keuken?

       Wat gebruik je bij het bakken of koken als je niet weet hoe het precies moet?

 

Natuurlijk, ze zoeken oma’s oude receptenboek. In dit boek staat het recept van ‘oma’s cake’.

Voor je begint moet je het recept goed lezen.

Dan moet je kijken of alles wat je nodig hebt in huis is.

 

Eerst laat Kasper boter in de pan smelten.

Dan pakt hij paneermeel, een kwast en de bakvorm.

Kasper smeert met de kwast wat van de gesmolten boter uit in de bakvorm. Flip strooit wat paneermeel in de bakvorm. Dan schudt hij de bakvorm zo, dat het paneermeel over de hele bakvorm verdeeld wordt. Ondertussen zet Kasper de over aan.

 

Dan pakt Kasper de suiker, eieren en een oude kom. (Hij kan wel een nieuwe gebruiken!)

Kasper breekt de eieren boven de kom. Flip doet de suiker erbij.

 

Nu pakt Kasper de mixer.

Hij mixt de eieren en de suiker net zo lang, totdat het luchtig en bijna wit is.

 

Kasper pakt bakpoeder, vanillesuiker en meel… … en mengt dat in een kleinere kom. Flip pakt de pollepel en de melk.

Eerst doet Kasper de melk en de rest van de gesmolten boter in de grote kom. Flip doet daarna het meel, de vanillesuiker en het bakpoeder uit de kleine kom erbij. Kasper mixt alles goed door elkaar.

 

Kasper en Flip doen het beslag samen in de bakvorm.

Er zitten nog wat restjes in de kom. Flip vindt het heerlijk!

 

Nu zet Kasper de cakevorm voorzichtig in de oven. Kijk uit, want de oven is heet!

Kasper heeft een oven met een glazen deur, zodat ze precies kunnen zien hoe de cake gebakken wordt. “Het is net als tv kijken,” zegt Flip. Kasper zet het kookwekkertje op de juiste tijd, zodat ze weten wanneer de cake klaar is.

 

Kijk eens wat een rommel!

Samen doen ze de afwas.

 

De cake is klaar. Nu moet de cake afkoelen voordat ze de cake op een bord kunnen doen.

Flip legt het taartpapier ondersteboven op de cake… …daarna legt hij een plat bord ondersteboven op het taartpapier… …en nu komt het leukste gedeelte: Kasper draait het allemaal zo dat de cakevorm bovenop zit. Abracadabra! Kijk nu eens hoe mooi de cake is geworden.

 

Nu de cake klaar is pakken Kasper en Flip het tafelkleed, limonade, glazen, borden, servetten en natuurlijk een mes om de cake mee te snijden.

Ze dekken de tafel. Maar wat nu? Er wordt aan de deur gebeld.

 

“Lang zal Kasper leven,

lang zal Kasper leven,

lang zal Kasper leven in de gloria…

hieperdepiep hoera!”

 

“Vlug, Flip. Meer limonade en borden, “ zegt Kasper.

 

Gelukkig maar, dat ze een cake hebben gebakken. Nu is er genoeg voor iedereen.

 

Recept voor oma’s cake

 

75 gram gesmolten boter of margarine

200 gram suiker</o:p

Gedichtje

Gedicht van A.M.G. Schmidt, en rijmen op dieren.