Het kabouterpad

 

Het kabouterpad
 
Organisatie 
In verband met thema "De Lente" organiseren we voor groep 1 en 2 een kabouterpad. Van IVN
hebben we de kabouterpadkist geleend. Hierin zitten mooie grote houten kabouters, houten plankjes
met een kabouter 
en verschillende kleuren kralen; die overeenkomen met de kleuren van de mutsen van de houten
kabouters, kaboutermutsen in verschillende kleuren en opdrachtkaarten. 
We verdelen de kinderen in groepjes van 4 of 5 kinderen. We vragen ouders om de groepjes te
begeleiden. 
Een dag van tevoren leggen we aan deze ouders uit wat de bedoeling is. 
Alle kinderen krijgen een briefje mee naar huis waarop staat dat we naar het park gaan om daar het
kabouterpad te lopen. 
De kinderen komen om half 9 op school, het is de bedoeling dat we rond 9.10 uur vertrekken richting
het park. Om half 9 gaan een aantal ouders met een auto de spullen naar het park brengen en zetten
daar alles klaar. 
* Ze nemen mee:
– De houten kabouters, met de opdrachtkaartjes
– Het eten en drinken van de kinderen, koffie en thee voor de ouders.
– Afvalbakje.
– EHBO- koffer
– De benodigdheden voor de opdrachten.
 
* De leerkracht neemt mee:
– Klaar-overjas en bordje
– fluitje,
 
De kinderen krijgen allemaal een kaboutermuts op. Elk groepje heeft z’n eigen kleur muts. Per groepje
krijgen ze een houten plankje met een kabouter erop die een kralenketting vasthoudt. Deze deelt de
leerkracht voor vertrek uit.
We beginnen in de klas met een kabouter verhaal; ‘Een huis voor Hummeltje’ uit ‘Hummeltje’ van
Carry W. Zijlstra – van Dijk. Daarna volgt een kort gesprek over kabouters. Wat zijn kabouters? Waar
wonen ze? e.d. 
Vervolgens legt de leerkracht het kabouterpad uit aan de kinderen. 
Rond 9.10 uur (als de ouders weer terug zijn uit het park, waar wel een ouder achter blijft, met de
auto, bij de spullen) vertrekken we lopend naar het park. 
Als we aankomen in het park gaan we in een kring zitten om te eten en drinken. Daarna gaan de
kinderen met hun ouder mee en beginnen ze met het kabouterpad. De volgorde van het pad wordt
bepaald door de kralen van de ketting van de kabouter. Als een groepje klaar is mogen de kinderen in
het speeltuintje gaan spelen. Als iedereen klaar is ruimen de ouders en de leerkracht eerst snel alles
op, daarna spelen we nog een kabouterzangspelletjes, b.v. ‘Er zat een klein kaboutertje te huilen op
een steen’. Daarna gaan we terug naar school. (Een ouder brengt de spullen met de auto weer terug
naar school.)
 
Benodigde materialen;
 
· Per kind een (zonne-)bloemvorm van papier, waarop een paar zonnebloemzaden zijn vastgeplakt.
· Een mandje met toastjes, honing, mes, servetjes en een plastic zak of een bakje voor het afval.
· Doosjes met dennenappels, zaden, eikels, bladeren, steentjes en veertjes. 
· Minimaal 12 rode kaboutermutsjes voor de duimen (Deze zitten in de kabouterpadkist)
· Voor iedere leerling een kleurplaat van een kabouter met blote voeten op het gras en wasco en
onderleggers.
· Voor iedere leerling een doosje of zakje met iets lekkers erin en een plastic zak of een bakje voor de
rommel. 
· Dienblad met zes voorwerpen erop; een steen, een blad, een voorjaarsbloem, een veer, een takje en
een dennenappel.
· Rommel; lege blikjes, kranten, snoeppapiertjes, plastic, lege sigarettenpakjes e.d.