verzamel een aantal verschillende soorten takken en laat de kinderen
deze bekijken, voelen en vergelijken.
bekijk deze takken iedere dag of om de dag.
* zaai tuinkers. dit zijn zaadjes die al na 3 dagen omhoog komen.
als de tuinkers er is, kun je met de kinderen een toastje eiersalade
eten met tuinkers erop.
* laat een aardappel uitgroeien (door hem in een plastic zakje te doen
groeit hij sneller) als er wat uitgroeiers zijn, plant de aardappel dan
in een potje zand.
* ontkiem bonen en erwten. laat de kinderen een boon/ erwt zien die een
nacht in het water gestaan heeft en 1 die niet in het water gestaan
heeft. Is de ene groter? hoe komt dit? (door het vocht opnemen).
* Vogelzaad en duivenvoer zijn eigenlijk allemaal kleine zaadjes. Laat
de kinderen in een bak zaad graaien, ruiken, voelen en laat ze
verschillende soorten sorteren en planten (na ongeveer 10 dagen komt
het eerste beetje groen omhoog).
* Voor lestips kun je heel goed het ‘Vierseizoenen boek van Marja
Roozen gebruiken. hierin staan veel bruikbare lesideeën en ook vind je
hierin veel achtergrondinformatie. Ook zijn er kopieerbladen bij de
onderwerpen uit het boek.
* in de methode Leefwereld 1/2 staan ook hele leuke lestips. Ook vind
je hier verhalen waarbij je een praatplaat kun gebruiken.(de
praatplaten horen bij de methode). In deze methode vind je een heel
hoofdstuk over zaden en planten.
* in het Jip en Janneke boek: Zaaien in het tuintje–blz 42. Gietertje–
blz169.