Vertelpantomime

 

Voorbereiding

Maak de volgende platen op tenminste a4formaat. Je kunt afbeeldingen van het internet zoeken, maar zelf tekenen wil ook.

  • Een zingend persoon
  • Een wolk waar regen uitkomt
  • Twee voeten die lopen
  • Een aantal grassprieten met daarin een klein poppetje, die zich aan een hoge spriet vastklampt.
  • Een vlinder
  • Een persoon die wakker wordt
  • Een leeg vel

Oefen het verhaal, voorlezen kan, maar vertellen is natuurlijk leuker en spannender. Zorg ervoor als je voor het laatste kiest dat je het verhaal erg goed kent.

 

Inleiding.

Zorg dat je voldoende ruimte hebt, bijv speellokaal.

Neem met de kinderen de platen door. Spreek af welk geluid of gebaar erbij hoort.
Leg uit dat het lege vel betekent dat de kinderen weer rustig gaan zitten.

 

Kern

Lees het verhaal voor. Houd tijdens het voorlezen de plaat die bij het stukje hoort omhoog. Pauzeer even en laat de kinderen de afgesproken geluiden en bewegingen maken. Laat ook ruimte voor eigen inbreng.

Als de kinderen klaar zijn met de bewegingen/geluiden, of je wilt verder, laat dan het lege vel zien. Wacht totdat de kinderen weer bij je zitten en ga dan verder met het verhaal.

Je kunt het verhaal nog een tweede keer voorlezen, de kinderen kunnen dan zelf bewegingen en geluiden bedenken. Dit ligt een beetje aan de kinderen.

 

Je kunt ervoor kiezen om de hele klas de geluiden/bewegingen te maken, maar je kunt ook in kleine groepjes werken of individuele leerlingen een beurt geven.

Spreek dit van te voren af.

 

Afsluiting

Kinderen gaan op hun eigen plek hun droom tekenen/knippen/plakken

Ook dit kan klassikaal of in kleine groepjes. Evt als keuzewerk kan ook.
Je kan deze opdracht direct na het pantomime doen, maar ook op een later tijdstip op de dag of in de week.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verhaal

Het is 8 uur. Johannes gaat naar bed. Hij loopt de trap op en gaat naar zijn kamer. Daar trekt hij zijn pyama aan. Hij loopt naar de badkamer en poetst zijn tanden.

Dan gaat hij op bed liggen. Voordat Johannes gaat slapen, kijkt hij altijd een tijdje naar het mooie schilderij aan de muur. Heel soms gebeurt er dan iets vreemds. Net als nu. Johannes kijkt naar het schilderij en en voelt dat hij dan langzaam opstijgt uit bed. Hij wordt in de richting van het schilderij gezogen. Ook merkt hij dat alles om hem heen heel erg groot wordt…….hij wordt kleiner! Johannes wordt opgezogen in het schilderij.

Alles om hem heen is heel groot. Hé wat is dat? Het lijkt wel een boom. Johannes probeert er zo hoog mogelijk in te klimmen. Dat is wel lastig want het wiebelt een beetje. Vooral het topje is erg slap en hangt een beetje voorover. Als hij bij het topje is kijkt hij om zich heen. (plaat met grasspriet)

Hij is in de tuin!!! In de tuin van zijn huis. Wat is alles groot. Dan komt er opeens een hele harde windvlaag en Johannes wiebelt heel erg aan het grassprietje. Hij houdt zich goed vast, maar het wordt nu toch wel een beetje eng.

Langzaam laat hij zich naar beneden glijden. Hij heeft net goed gekeken waar hij is en hij gaat beginnen aan de langen weg naar huis. Het lijkt wel of hij in de jungle loopt. Overal grassprieten die 3 keer zo hoog zijn als hij.

Opeens blijft Johannes stilstaan. Hij schrikt. Wat was dat geluid? Hij gaat achter een grasspriet staan en kijkt voorzichtig om zich heen. Daar komt een lieveheersbeestje. Johannes schrikt want het beestje is wel erg groot. Johannes rent snel weg, (plaat met voeten) Het helpt niets, want het lieveheersbeestje komt hem achterna.

Het lieveheersbeestje haalt hem in en vraagt wat hij aan het doen is. Johannes vertelt zijn verhaal. Het lieveheersbeestje vraagt of hij een eindje mee wil rijden.
Johannes klimt op de rug van het lieveheersbeestje en daar gaan ze.

O wat gaan ze snel.
Als ze bij de tulpen zijn aangekomen stopt het lieveheersbeestje en zegt dat Johannes nu alleen verder moet. Johannes begint weer te lopen. Vrolijk zingen loopt hij richting het huis.(plaat zingend persoon)

Hij lacht, want het reisje was wel erg leuk.
Dan valt er iets op de grond. Hé hij wordt er nat van, hij kijkt omhoog en ziet nog een druppel komen. (plaat wolk) Hij kan nog net opzij springen. Snel zoekt Johannes een plekje om te schuilen. Hij rent nog een stukje verder (plaat voeten), maar opeens zit hij vast. Wat is dat nou? Hij kan zich niet meer bewegen. Hij kijkt om zich heen en ziet een gigantische spin op hem afkomen. Johannes probeert zich los te trekken, maar het lukt niet.  Johannes roept naar de spin, en probeert zich ondertussen los te maken. Gelukkig schier 1 been los. Nog even voordat de spin er is. JA zijn andere been is ook los. Hij loop een stukje vooruit en trekt. De spin komt nog steeds dichterbij, nog even en Johannes wordt opgegeten. Ah nog 1 harde trek en Johannes is weer vrij. Net op tijd. Johannes rent snel zover mogelijk bij de spin vandaan. (plaat voeten)

Hij weet niet meer welke kant hij opmoet en besluit nog een keer in een grasspriet te klimmen. Hij weet dat hij al best dichtbij huis is. Dan komt er ineens een nachtvlinder aanvliegen. (plaat vlinder) Johannes weet dat nachtvlinders niets doen dus hij is niet bang. De vlinder vliegt laar over en Johannes moet bukken. Johannes vraagt aan de vlinder of hij hem even naar huis wil brengen. De vlinder vindt het goed en Johannes klimt op zijn rug. Oh wat vliegt die vlinder onhandig, Johannes valt er bijna af. De vlinder vliegt door het slaapkamerraam en Johannes stapt af.
Hij bedankt de vlinder en wil in bed stappen. Maar zijn bed is veel te hoog. Daar komt hij nooit in.
JOHANNES, klinkt het. JOHANNES je moet opstaan

Het is zijn moeder die roept. Johannes wordt wakker ( plaat wakker worden) en kijkt om zich heen. Hij lig naast zijn bed op de grond.

Emotie les

Kinderen leren omgaan met hun eigen emoties, wanneer ze die gebruiken en ze die laten associeren met plaatjes, eigen ervaringen en anderen.