Verhalend ontwerp een bed op wieltjes

 

Verantwoording

 

 

Als onderwerp voor mijn verhalend ontwerp heb ik ‘het ziekenhuis’ genomen, omdat dit onderwerp in de belevingswereld van kinderen ligt. Gezondheidseducatie is de educatie die ik in mijn verhalend ontwerp verwerkt heb.

De volgende aspecten van gezondheidseducatie komen onder andere aan bod in mijn verhalend ontwerp:

            -veiligheid, beschermers gebruiken bij het rolschaatsen enz.

            -de ziekenwagen, hoe ziet deze eruit, waar wordt hij voor gebruikt enz.

            -gezond eten

            -voorwerpen die gebruikt worden door een dokter zoals een stethoscoop, spuit, enz.

Voor de verhaallijn heb ik gebruik gemaakt van het boekje “Een bed op wieltjes” van Vivian den Hollander en Dagmar Stam. Een deel van dit boekje heb ik zo over kunnen nemen en met een paar veranderingen is het een prima verhaallijn geworden voor mijn verhalend ontwerp.


Episode 1 Rolschaatsen

 

 

Opening

Alle kinderen zitten in de kring, ik heb een grote tas meegenomen. Met de kinderen ga ik bedenken wat er in de tas zou kunnen zitten. Ik laat ze voelen en geef een paar hints. Uiteindelijk laat ik een kind het voorwerp uit de tas halen. Het zijn rolschaatsen.

 

Aaneensluitend hierop vertel ik het eerste deel van het verhaal.

 

‘Rik, kom je nou nog? Ik sta al uren te wachten.’ Ongeduldig rijdt Marije op haar rolschaatsen over het tuinpaadje van haar buurjongetje. ‘We zouden toch bij die nieuwe huizen gaan kijken?’

‘Rustig zeg,’ bromt Rik zonder op te kijken.  ‘Ik kan er toch ook niks aan doen dat ik die knoop niet uit mijn veters krijg.’

‘Je moet wat harder trekken,’ roept Marije. ‘Dan gaat die knoop er vanzelf uit.’ Rik frunnikt en trekt en… krak! Hij steekt de afgebroken veter in de lucht.

‘Stommerd!’ Op haar hurken komt Marije naast Rik zitten. ‘Zo hard hoefde je nou ook weer niet te trekken. Nu kunnen we niet meer rolschaatsen.’

‘Tuurlijk wel,’ zegt Rik. ‘Ik knoop gewoon die korte veter vast. Zie je, het lukt best.’ Marije ziet dat de veters helemaal scheef zitten. Zou Rik zo echt goed kunnen rolschaatsen?

Maar voordat ze er iets over kan zeggen, is Rik de tuin al uitgereden.

‘Hé zeg, wacht eens even!’ Met wapperende haren rijdt Marije haar vriendje achterna. Aan het einde van de stoep staat Rik pas weer stil. Hijgend kijkt hij achterom.

‘Hard ging ik, hé?’

‘Zo kan ik het ook,’ puft Marije. ‘Jij had wel een kilometer voorsprong! Straks doen we het nog een keer. Maar nu wil ik eerst iets anders. ‘Vlug rijdt ze de hoek van de straat om, met Rik achter zich aan.

‘Is het iets om te lachen?’ ‘Eerder om te huilen,’zegt Marije geheimzinnig en ze vertelt Rik haar plan. ‘Zie je dat nieuwe huis daar? Dat mooie huis met die garage ernaast. Toen ik daar gisteren aan het rolschaatsen was, viel ik erg hard op mijn knie. Meteen kwam er een mevrouw naar buiten om mij te helpen. Ze plakte een pleister op mijn knie en ik kreeg ook nog een lekkere lolly.’

Rik moet even nadenken.  ‘Dus… eh… je denkt dat als wij vandaag ook vallen, we weer wat lekkers krijgen?’

‘Tuurlijk!’

‘Oké,’zegt Rik, ‘dat gaan we proberen.’

 

Ze rijden een paar keer de stoep op en neer.  ‘Het lukt niet,’ roept Rik na een tijdje. ‘Deze stoep is veel te nieuw. Er zitten nog geen kuilen of bobbels in. Hoe moet ik nou vallen?’ ‘Niet zo hard gillen!’ Marije kijkt geschrokken. ‘Straks horen die mensen het nog. Je hoeft ook niet echt te vallen. Je kunt toch gewoon gaan liggen. Doe maar net of je erg veel pijn hebt.’

Rik rijdt nog een keer heen en weer en laat zich dan languit op de stoep vallen. Plat op

zijn buik. En huilen dat hij doet! ‘Whehh, whehh,whehhhh…

Marije kan haar lachen bijna niet inhouden. Die Rik kan goed nep huilen. Voorzichtig kijkt ze naar het huis. Ziet ze al iets bewegen achter de gordijnen?

‘Huil nog eens wat harder Rik,’ fluistert ze.

‘Misschien hoort die mevrouw je niet.’

Rik huilt nog harder, hij schreeuwt het bijna uit. ‘Whehh, mijn knie, mijn knie W-HHH!’ Opeens gaat de garagedeur open. Er komt een oude sportauto naar buiten gereden. De kap is opengeschoven en er zit een meneer achter het stuur. Hij kijkt geschrokken naar

Rik en wil uit zijn auto stappen.

Maar Rik houdt meteen op met zijn gebrul. Marije had het toch over een mevrouw die

snoepjes gaf Geen meneer! Hij krabbelt overeind en gaat er snel vandoor.

‘Jij bent ook een bange schijterd.’ Hijgend haalt Marije haar vriendje in. ‘Die meneer was je bijna komen helpen. Zo krijgen we nooit wat lekkers!’ Rik haalt zijn schouders op en wil Marije aan haar staartje trekken.


Episode 2 De ziekenwagen

 

 

Maar Marije bukt zich snel en pakt een steentje van de grond. ‘Laten we een wedstrijdje doen.’ Ze tekent een streep op de stoep. ‘Hierachter gaan we starten. En niet stiekem eerder wegpiepen!’

‘Ik speel nooit vals.’ Rik kijkt verontwaardigd. ‘Ik ben gewoon veel sneller dan jij.’

‘Opschepper,’ roept Marije. ‘Jij bent heus niet altijd de snelste, hoor!’ Ze gaat in de starthouding staan. ‘We doen wie het eerst bij jouw voortuin is. Klaar voor de start?  AF!’ Als een speer schiet Marije ervandoor. Wat denkt Rik wel. Dat hij sneller kan rolschaatsen dan zij?

Pas bij het tuinhekje van Riks huis merkt Marije dat ze haar vriendje niet meer hoort. Ze kijkt achterom en ziet dat hij is gevallen. ‘Hé zeg, doe niet zo flauw. Ik ging toch ook niet op de stoep liggen toen ik jou niet bij kon houden?’ Met een boos gezicht rijdt Marije terug naar Rik.

Die trekt een gezicht alsof hij heel veel pijn heeft en begint zachtjes te kermen. ‘Au… au… mijn been, mijn been!’

‘Dat spelletje hebben we al gespeeld. Vooruit, sta op!’ Marije geeft een harde ruk aan Riks arm.

‘Auww!’gilt Rik. ‘Auww, laat me los. Er is iets met mijn been.’ Hij begint nog harder te huilen en ziet opeens erg bleek.

Marije schrikt ervan. ‘Heb je echt zo’n pijn?’ ‘Ja! Ik kan me niet eens bewegen!’ Riks tranen biggelen over zijn wangen.

Marije draait zich om en rolschaatst zo snel ze kan naar zijn huis. Ongeduldig drukt ze op de bel. Tringgg! Tring… tringgggg!

Riks moeder doet de deur open.  ‘Moet je plassen of zo?’

‘Nee, nee, het is veel erger. Rik is gevallen. Zijn been doet hartstikke zeer!’ Marije trekt haar aan haar arm mee de straat op. Riks moeder buigt zich geschrokken over haar zoontje heen.  ‘Heb je zo’n pijn, jochie? Je been ligt er maar raar bij. Het lijkt wel gebroken. Ik denk dat we een ziekenwagen moeten bellen.’

‘Een ziekenwagen?’ Rik begint heel zielig te jammeren.

Marije wordt er akelig van.

‘Ik bel wel even,’ zegt Marijes moeder, die op het gehuil is afgekomen. ‘Blijf jij maar bij Rik.’

Pieter, Marijes broer, is ook naar buiten gekomen.  Hij kijkt geschrokken naar Rik. ‘Dat ziet er niet best uit,’mompelt hij. Even later klinkt het geluid van de sirene door de straat.

TAA-TUU-TAA-TUU, TAA-TUU-TAA-TUU. 

De ziekenwagen stopt naast de stoeprand en twee mannen springen eruit. Ze hebben witte jassen aan en knielen direct naast Rik. ‘Wat heb je nou gedaan?’ zegt de ene man en hij kijkt naar het been. ‘Je bent raar gevallen, joh.’

‘Ik was aan het rolschaatsen,’ snikt Rik, ‘en toen… en toen…’

De man knikt.’Stil maar, we gaan er gauw iets aan doen. We nemen je mee naar het ziekenhuis. Daar kan de dokter naar je been kijken. Goed?’

‘Goed,’ zegt Rik snikkend. ‘Mag mijn moeder ook mee?’

‘Tuurlijk! We laten je niet alleen gaan.’ Pieter houdt de deur van de ziekenwagen open en Marije ziet hoe de verplegers Rik voorzichtig op een brancard naar binnen tillen. Ze wil nog wat tegen haar vriendje roepen, maar er komt geen woord meer over haar lippen.

‘Kom maar, lieverd,’zegt mamma en ze tilt Marije op. Met zijn drieën kijken ze de ziekenwagen na, die snel de straat uitrijdt. Opeens begint Marije te huilen.

‘Hij komt… hij komt toch wel weer terug, hé mam?’

‘Ja hoor, schat. Over een poosje kan hij weer gewoon samen met jou gaan rolschaatsen. Als het waar is dat zijn been is gebroken, doet de dokter er gips omheen, zodat het aan elkaar gaat groeien. Misschien moet hij wel een paar nachtjes in het ziekenhuis blijven, maar daarna komt hij weer thuis.’ Marije zucht van opluchting en veegt de tranen van haar wangen. Dan slaat ze verschrikt haar hand voor haar mond.  ‘Maar mam…. over drie nachtjes is Rik jarig!’

 

 

 

 


Episode 3 Een tekening voor Rik

 

 

 

Marije zit aan de tafel, terwijl haar zusje Eefje op de grond met haar blokken speelt.

‘Mije ook pele?’ roept ze steeds.

Maar Marije hoort haar niet. Ze maakt een mooie tekening. Voor Rik. Want morgen gaat ze met haar moeder naar het ziekenhuis en dan moet de tekening af zijn. Dan kan Rik deze vrolijke clown meteen boven zijn bed hangen. Ze kan bijna niet wachten tot het tijd is om weg te gaan.

‘Mam, hoe vind je mijn tekening?’ Marije steekt een vel papier de lucht in.

Haar moeder kijkt op. ‘Dat heb je goed gedaan, zeg. Wat een leuke clown. Daar zal Rik wel blij mee zijn.´ Ze gaat naast Marije zitten. ‘Weetje wat ik zonet van zijn moeder hoorde?’

‘Nou?’

‘Het gaat al een stuk beter met hem. Zijn been zit in het gips en hij ligt de hele dag grapjes te maken met de andere kinderen op zijn zaal.

‘Ik dacht juist dat hij heel veel sliep. Dat had je toch zelf gezegd?’

‘Dat kwam door de operatie aan zijn been,’ legt mamma uit. ‘De dokter maakt je dan in slaap, zodat je niet merkt wat hij met je doet. Maar nu is hij weer klaar wakker.’ ‘En wanneer mag hij het ziekenhuis uit?’ ‘Over een paar dagen, geloof ik. Vind je dat niet fijn?’

‘Joepie!’ Marije springt van haar stoel af, trekt Eefje aan haar kleine armpjes omhoog en danst wild de kamer op en neer.


Episode 4 Het ziekenhuis

 

 

De volgende dag loopt Marije samen met haar moeder in de hal van het ziekenhuis. Ze voelt zich ineens heel klein. ‘Wat lopen hier veel mensen. Gaan die allemaal bij iemand op bezoek?’

Haar moeder knikt. ‘Dit is een groot ziekenhuis, met heel veel zieke mensen. Ga je mee? We moeten met de lift naar de vierde etage.’ De kinderafdeling ziet er vrolijk uit. Er hangen kleurige platen aan de muren en het plafond is versierd met mobiles. Verder ziet Marije allemaal kamertjes, waar zusters druk heen en weer lopen. De deuren van de zalen staan open en overal liggen kinderen in bed. ‘Eens even kijken,’ zegt mamma. ‘Rik ligt op zaal 422. Waar zou dat zijn?’ Ze kijkt naar de nummers op de deuren.

Marije is intussen voor een kamertje blijven staan. Ze kan zo door de glazen ruit naar binnen kijken. Ze ziet een klein meisje stil in bed liggen. Aan haar hand zit een slangetje en

door dat slangetje loopt water uit een plastic zak. Een mevrouw zit naast haar en leest een boekje voor. Dat is vast haar moeder, denkt Marije. Zou dat kindje erg ziek zijn?  Ze steekt vlug haar hand op en begint te zwaaien. Het meisje lacht even en ze zwaait verlegen terug. Dan holt Marije naar haar moeder.

‘Hier moeten we zijn,’ zegt mamma. ‘Zie jij Rik ergens liggen?’

Marije speurt het rijtje bedden aan de linkerkant van het zaaltje af geen Rik te zien.

‘Hé, die Marije,’ hoort ze opeens.

‘Rik!’ Marije holt naar het bed dat rechts bij het raam staat. En daar, in bed, ligt haar vriendje. Marije is er even stil van. Het is zo gek om Rik hier te zien liggen.

‘Hoi Rik! Doet je been nog erg veel pijn?’ ‘Nee hoor. Ik kan het alleen niet bewegen. Mijn been zit helemaal ingepakt in het gips.’ ‘Zulk dik gips?’ Marije wijst naar de bolle sprei die op het bed ligt. ‘Heb je een olifantepoot gekregen of zo?’

‘Nee gekkie.’ Rik schatert het uit. ‘Geen olifantepoot. Maar.. er zit wel iets anders onder de dekens. ‘En hij kijkt heel geheimzinnig. ‘Echt waar?’ Marije wordt nieuwsgierig. ‘Zitten er ballonnen onder. Of.. eh… een hele dikke deken?’

‘Mis,’ roept Rik. ‘Lekker mis. Je moet nog een keer raden.’

Marije doet net of ze diep nadenkt. Dan trekt ze snel de deken weg. ‘Wat is dat?!?’ roept ze verbaasd. Over Riks gipsen been staat iets dat op een kooi lijkt.

‘Het is een boog,’ legt Rik uit. ‘Die zorgt ervoor dat de dekens niet op mijn been komen.’ ‘Handig,’ vindt Marije. ‘Het lijkt wel een geheime hut. Je kunt er je speelgoed onder opruimen.  Of als je geen prik van de dokter wilt, verstop je je in je eigen holletje.’ ‘Goed idee,’ zegt Rik en hij wil het meteen gaan uitproberen.

‘Ho, ho,’ zegt Marijes moeder. ‘Je gaat je toch niet verstoppen als je visite krijgt. Wil je niet weten wat we voor je meegebracht hebben?’

‘Da’s waar ook,’ roept Marije uit. ‘Deze tekeningen zijn voor boven je bed.’

Rik bekijkt de tekeningen, ‘dank je wel Marije’.

Mamma hangt de tekeningen boven het bed.

‘Je hele prikbord hangt al vol!’

Rik knikt trots. ‘Zie je daar die lange kaart hangen? Die heeft de meester me gestuurd. En van mijn oma kreeg ik een kaart met een muziekje erin.’

Marije tekent op het bord aan de muur, en Rik speelt met zijn speelgoed.

Maar als Marije na een tijdje met hem wil kwartetten, ligt hij te slapen.

‘Sst,’ zegt mamma, ‘maak hem maar niet wakker. Hij is nog moe van de operatie aan zijn been. Ga je mee naar huis?’

Ze zeggen iedereen gedag en lopen de lange gang weer door.

Marije ziet weer het zieke meisje liggen. Ze slaapt nu en de mevrouw is weg. ‘Mam, mogen er altijd moeders bij de kindjes blijven?’

Mamma knikt. ‘Op de kinderafdeling mogen vaders en moeders de hele dag komen. Ze kunnen spelletjes met hun kinderen doen of voorlezen. En als ze willen, mogen ze zelfs blijven slapen. Lijkt het je gezellig?’ Marije schudt snel haar hoofd. ‘Nee, ik wil niet in het ziekenhuis. Ik blijf liever thuis!

 

 


Episode 5 De verjaardag van Rik

 

 

Marije staat met een groot pak onder haar arm in de hal van het ziekenhuis. Samen met haar moeder stapt ze in de lift en gaan ze naar de vierde etage, de kinderafdeling, waar Rik ligt.

En daar, in een prachtig versierd bed met ballonnen en slingers, ligt haar vriendje Rik.

Met het pak voor haar buik holt ze naar Rik toe.

‘Van harte ge-fe-li-ci-flap-steerd! Hier is… taataa-te-taa… je cadeau!

Rik voelt voorzichtig aan het pak. Het is iets zachts, maar hij kan niet raden wat het is. Vlug maakt hij het papier los.

‘Jippie,’ zegt hij blij. ‘Een beer. Dit is een mooie!’ Hij drukt zijn hoofd in de zachte vacht van de bruine beer.

‘Heb ik voor je uitgekozen,’ zegt Marije trots. ‘lk vond hem zelf ook zo lief. En als hij zich alleen voelt, kan hij altijd met mijn Aap komen spelen.’

‘Afgesproken,’zegt haar vriendje, terwijl hij de nieuwe beer voorzichtig op zijn kussen zet.  ‘Dankjewel, Marije.’

‘Wie heeft je bed zo mooi versierd?’ wil Marije weten.

‘De nachtzusters. Toen ik nog sliep hebben ze het stiekem gedaan. Ik heb er niets van gemerkt.’

<p class="MsoNormal" style="margin: 0cm 0cm 0pt; tab-stops: 0cm 36.0pt 72.0pt 108.0pt 144.0pt 180.0pt 216.0pt 252.0pt 288.0pt 324.0pt 360.0pt 396.0pt 432.0pt 468.0pt 504.0pt 540.0pt 576.0pt 612.0pt 648.0pt 684.0pt 720.0pt 756.0pt 792.0pt 828.0pt 864.0pt 900.0pt 936.0pt 972.0pt 1008.0pt 1044.0pt 1080.0pt 1116.0pt 1152.0pt 1188.0pt