Ruimtelijke verkenning

 

Rekenles ruimtelijke verkenning
Rekenles ruimtelijke verkenning
 
Bij deze rekenles is het de bedoeling dat kinderen materialen met elkaar gaan
vergelijken. 
 
Wat is groot, wat is klein;
 
wat past waarin, wat niet;
 
Doelen:
Vergelijken, schatten, tellen, leren van de begrippen kleiner – groter en meer – minder.
 
Inleiding
 
Ik ga de kinderen vragen hun rugzakken op te halen. Wanneer ze allemaal terug zijn met
hun rugzakken (die ze van de gang moeten halen), vraag ik het hulpje de fruitbak alvast
te halen. Daarna mogen alle kinderen (in een door mij genoemde volgorde, om chaos te
voorkomen) hun fruit en drinken in de fruitbak leggen.
 
Nu ga ik ze vertellen dat we een spelletje gaan doen met de rugzakken. Hierbij is het de
bedoeling dat we de volgende punten gaan afwerken:
 
Wie heeft de grootste rugzak? We gaan de rugzakken vergelijken op maat en in
de volgorde van groot naar klein leggen. Ik laat het de leerlingen eerst zelf
proberen. Daarna gaan we kijken of het allemaal klopt en eventuele verbeteringen
aanbrengen.
 
Passen de rugzakken ook in elkaar? Dit zal waarschijnlijk lukken 😉
 
De rugzak van meester is groter. Hoeveel rugzakken passen er in de rugzak van
meester? De leerlingen moeten eerst gaan schatten. Kunnen we ook meerdere
rugzakken tegelijk in de rugzak van meester doen?
 
Kern
 
We gaan weer schatten. Ik heb een stapeltje boeken. Ik vraag elk kind te schatten
hoeveel boeken in zijn/haar tas kunnen. Na de schatting mag het ook worden
uitgeprobeerd.
 
Als alle kinderen klaar zijn, mogen ze stuk voor stuk zelf een aantal materialen halen, die
we gaan proberen. Elk kind komt dit voor de klas proberen. Na het proberen ruimt het
kind de materialen zelf weer op. Er mag hierbij uitsluitend gebruik gemaakt worden van
materialen, die groter zijn dan de portemonnee van meester. Dus geen gebruik maken
van LEGO.
 
Afsluiting
 
We gaan de kinderen meten voor het bord. Voordat we dit doen, ga ik eerst even
bekijken of ze enig idee hebben van hun eigen lengte en wie het langste/kortste kind in
de klas is. Daarna gaan we, door middel van het bord, kijken welk kind het langste, en
wel kind het kortst is. 
 
Wanneer de kinderen zelf nog ideeën met betrekking tot vergelijken hebben, mogen ze
die aangeven.