|
Titel |
Een letter leren |
|
Introductie |
Je neemt een aantal dingen mee die beginnen met een letter. Bijvoorbeeld de letter K: – kerstboom – kaart – kommetje – kopje – ketting – kaars – etc,..
Deze spullen leg je centraal neer en bedek je met een kleedje. Na een inleidend gesprekje haal je het kleedje weg, en laat de kinderen kijken. Je bedekt de spullen weer en laat de kinderen raden welke dingen ze allemaal hebben gezien. Je laat ze dit herhalen, en vraagt war ze opvalt aan al die dingen. In mijn geval duurde dit even, maar na een paar keer herhalen en de hulp van wat hints ( de woorden overdreven uitspreken) kwamen ze erachter.
|
|
Kern |
Nu laat je de kinderen nog meer woorden bedenken die beginnen met deze letter. Alle woorden schrijf je op. Als je er genoeg hebt, schrijf je de letter op een kaartje, en hangt hem op. Eromheen hang je alle gevonden woorden: ze krijg je een woordcluster.
|
|
Afsluiting |
Je herhaalt alle gevonden woorden nog eens. De meegenomen spullen leg je ter bezichtiging neer op een tafel, met een kaartje met de beginletter. Je vraagt de kinderen bij je te komen als ze weer een woord weten, zodat je deze aan de ljst kunt toevoegen.
|
Gesprek in kleine kring n.a.v. prentenboek
Een les over het hebben van losse tanden. In de grote kring ga je het boek ’Wiebeltandkriebel’ voorlezen, en in een kleine kring houd je ...