|
|
|
|
|
|
|
Materiaal |
|
|
|
• een tafel |
|
|
|
Tijd |
|
|
|
20 minuten |
|
|
|
Doel |
|
|
|
De kinderen helpen bij het inrichten van een lentetafel in de klas. |
– Voer een gesprek over de lente. Daarbij kunt u onder andere de volgende vragen stellen:
• Wanneer is het lente?
• Welke seizoenen ken je nog meer?
• Hoe zie je buiten dat het lente is?
• Hoe voel je dat het lente is?
• Wat gebeurt er met de dieren en de planten, als het lente is?
- – Vertel de kinderen dat ze mogen helpen bij het maken van een lentetafel. Kies een hoek in de klas waar de tafel komt te staan. Laat de kinderen zien welke materialen er zijn: mooie lappen, voorjaarsbollen, zelfgemaakte bloemen, vlinders of vogeltjes, een prentenboek of mooie ansichtkaart enzovoort.
- – Richt de lentetafel samen met de kinderen in.
- – Maak de tafel niet te vol. Naarmate het seizoen vordert, zullen er steeds meer dingen bij komen. Tegen Pasen verschijnen er natuurlijk paashazen en eitjes op de tafel, tegen Pinksteren kunnen dat duifjes zijn.
- – De tafel kan blijven staan tot het einde van de lente. Zorg er steeds voor dat de tafel er fris en verzorgd uitziet. Vervang uitgebloeide bloemen door verse. De lentetafel kan ook overgaan in een zomertafel.
Suggestie
Laat de kinderen naar aanleiding van de lentetafel een schilderij van de lente maken.
